Bestuurlijke reactie NVRR naar aanleiding van het Eindrapport evaluatie van de provinciale en gemeentelijke rekenkamers
Onze reactie op het rapport luidt, op zijn kortst samengevat, dat wij ons kunnen vinden in de conclusies en de gedane aanbevelingen. Het werk van rekenkamers en rekenkamercommissies blijkt alom waardering te ondervinden.
Rekenkamers zijn er voor de raad en voor de staten, maar zijn niet van de raad en de staten. Ons uitgangspunt daarbij is dat elke gemeente of provincie over een goed geoutilleerde rekenkamer moet kunnen beschikken. De nadere vormgeving en wijze van functioneren mag wat de NVRR betreft op provinciaal en lokaal niveau verder
worden ingevuld.
De organieke plaatsbepaling laat op onderdelen nog te wensen over en moet worden verbeterd. Rekenkamers moeten daarbij over voldoende middelen kunnen (blijven) beschikken om hun taak te kunnen uitvoeren. Situaties waarin rekenkamers nu over een te klein budget, soms zelfs nul Euro, beschikken mogen niet blijven voortbestaan.
De onafhankelijkheid van rekenkamers en rekenkamercommissies moet zo ook financieel gewaarborgd worden. Dit staat het onderhouden van goede relaties met de volksvertegenwoordigende en bestuurlijke actoren niet in de weg.
Het fenomeen ‘slapende rekenkamer’ moet in kaart gebracht worden en waar nodig moet worden opgetreden om de wet te doen naleven.
Staatsrechtelijke onzuiverheden leiden ertoe dat de publieke verantwoording over beleid, uitvoeringsactiviteiten en financiën op regionaal niveau soms niet tot slecht te controleren zijn. Dit ‘regionale gat’ begint zich ook in de controlesfeer te wreken.
Rekenkamer(commissie)s krijgen steeds vaker de vraag om in dit verband onderzoeken te doen, maar zij lopen dan aan tegen de grenzen van hun mogelijkheden en bevoegdheden. Hiervoor moet een oplossing bedacht worden.