Middelen sociaal domein niet goed verdeeld over gemeenten
Onderzoeksbureau AEF concludeert in het rapport ‘Zoeken naar balans’ dat de middelen voor het sociaal domein niet goed worden verdeeld over gemeenten. AEF is kritisch over de rol van het rijk bij het opstellen van de budgetverdeelmodellen, maar stelt ook dat gemeenten de modellen vaak niet goed begrijpen en er daardoor onhaalbare eisen aan stellen. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken ziet in de conclusies van het onderzoek voldoende aanleiding om met de gemeenten te overleggen over het oplossen van de knelpunten.
In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deed Andersson Elffers Felix (AEF) onderzoek naar mogelijke discrepanties in de verdeling van middelen voor het gemeentelijk sociaal domein. De focus van het onderzoek lag op de verdeelmodellen van de Integratieuitkering Sociaal Domein (IUSD), waarin de gelden zijn ondergebracht die samenhangen met de decentralisaties van 2015. De verdeelsystematiek van de bijstandsbudgetten is hierin niet meegenomen. Ook de hoogte van de budgetten was geen onderdeel van het onderzoek. Wel geeft AEF een aantal keren aan dat het toegerekende macrobudget onderwerp van onderzoek zou moeten zijn.
AEF trekt de volgende conclusies:
- De verdeelmodellen houden geen rekening met het feit dat verschillen kunnen ontstaan als gevolg van de gemeentelijke beleidsvrijheid. De gebruikte gegevens op basis waarvan de verdeelmodellen zijn opgesteld, dateren immers van vóór 2015, toen er nog sprake was van een landelijk geharmoniseerd beleid.
- De huidige verdeelmodellen bevatten discrepanties. Er is op onderdelen een (te) groot verschil tussen de theorie op basis waarvan de verdeelmodellen zijn opgesteld en de uitwerking daarvan in de praktijk.
- Op dit moment voldoet de huidige clusterindeling grotendeels. Gemeenten streven ernaar domeinoverstijgend te werken, maar in de praktijk wordt nog veel per domein georganiseerd. Er zijn dan ook nog geen grote financiële verschuivingen tussen verschillende beleidsterreinen zichtbaar bij gemeenten.
- De modellen zijn kostengeoriënteerd en daardoor niet toegerust om grote beleidswijzigingen op te vangen; beleidswijzigingen kunnen de kostenstructuur fundamenteel veranderen.
- Vanwege de (financiële) onzekerheid rondom de decentralisaties begroten veel gemeenten conservatief. De omvang van de middelen in het gemeentefonds is voor veel gemeenten bepalend voor de ambities, niet het gewenste resultaat van het ingezette beleid. Immers, als gemeenten meer moeten uitgeven aan het sociaal domein dan de budgetten die in het gemeentefonds zijn opgenomen, dan gaat dat ten koste van andere voorzieningen.
- De kennis over de inhoud van de verdeelmodellen bij gemeenten is beperkt. Zeker bij nadeelgemeenten overheerst een negatief beeld.
- Kennistekort vermindert het zicht op de bedoeling van zuivere financiële verhoudingen. De bedoeling is dat het Rijk de gemeenten vrijheid laat om zelf te bepalen hoe taken het beste kunnen worden uitgevoerd. Dit perspectief lijkt uit het blikveld verdwenen te zijn. Het risico is dat er onhaalbare eisen worden gesteld aan verdeelmodellen: ze worden bijvoorbeeld geacht eenvoudig te zijn, maar ook minder tekortgemeenten op te leveren. Dat laatste lijkt momenteel echter onverenigbaar.
Download naar het volledige onderzoek: Zoeken naar balans: kwalitatief onderzoek naar discrepanties in de budgetverdeelmodellen in het sociaal domein