Kabinet kiest voor meer realisme bij handhaving Participatiewet
Het kabinet wil gemeenten stimuleren meer onderzoek te doen naar de effecten van gedragsinterventies en andere handhavingsinterventies. Op die manier verwacht het Rijk dat gemeenten de Participatiewet effectiever kunnen handhaven en kan worden voorkomen dat bijstandsontvangers in de fout gaan.
Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurde op 10 april de Handhavingskoers 2018-2021 naar de Tweede Kamer. Daarin onderstreept SZW dat handhaving een randvoorwaarde is voor een werkende arbeidsmarkt en een werkend stelsel van sociale zekerheid. Naast aandacht voor menselijk gedrag vraagt het ministerie aandacht voor datagestuurd en grensoverschrijdend handhaven.
De Handhavingskoers volgt nog steeds de lijn van de op 1 januari 2017 gewijzigde Fraudewet. De hoogte van de boetes voor fraude zijn al aangepast en gemeenten hebben meer mogelijkheden om maatwerk toe te passen. UWV, SVB en gemeenten beoordelen als gevolg hiervan overtredingen op de mate van verwijtbaarheid, ernst van de overtreding en de (financiële) omstandigheden van de burger. Verder wordt de beslagvrije voet gerespecteerd en wordt onder voorwaarden meegewerkt aan een schuldregeling voor de boete.
Rapport WRR over Fraudewet als voorbeeld
WRR-rapport 'Weten is nog geen doen: Een realistisch perspectief op redzaamheid' wordt de herziene Fraudewet genoemd als een goed voorbeeld. Het onderzoek moedigde het kabinet aan om inzichten in gedragskennis ter hand te nemen. Deze aanpak moet de effectiviteit en legitimiteit van overheidshandelen versterken.