Interview Marjolein van Asselt
‘Krantenkoppen zijn niet hetzelfde als doorwerking’
Marjolein van Asselt is directeur van de Rekenkamer Rotterdam. Tot voor kort was zij ook hoogleraar Risk Governance aan de Universiteit van Maastricht. Voordat ze voor de rekenkamer werkte was Marjolein raadslid bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid en bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. We spraken met Marjolein over haar drijfveren en ervaringen.
Hoe ben je bij rekenkamers terecht gekomen?
‘Dat is een grappig verhaal. Ik zat in mijn laatste jaar bij de OVV, de wetgever bepaalt daar hoe lang je het werk mag doen. Ik wilde voor de publieke zaak onderzoek blijven doen. Toen zag ik deze vacature op linkedin en dacht ik “ken ik nog iemand die ik hier op kan wijzen?”, dus klikte ik op de vacature. Ik dacht eigenlijk niet aan mezelf. Toen las ik de vacature en dacht ik dit is gewoon een interdisciplinair onderzoeksinstituut voor lokaal beleid voor de gemeenteraad. Het heeft de breedte van de WRR en het zit net als de OVV dicht op de praktijk. Ik twijfelde wel even, want ik mocht nog een jaar bij de OVV, maar mijn omgeving zei “misschien moet je wat sollicitatie ervaring opdoen”. Dus ik solliciteerde eigenlijk om warm te lopen. Ik leerde de rekenkamer pas kennen toen ik er al werkte. Zelf had ik heel weinig beeld bij de inhoud van rekenkamerwerk en ik had niet scherp dat al die onderzoeksinstituten die je op Rijksniveau hebt, lokaal ontbreken. Dat vond ik schrikken. Ik probeer in mijn Haagse netwerk helder te maken dat al dat werk dat op nationaal niveau door vele instituten gedaan wordt, lokaal door de rekenkamer en ombudsman gedaan worden. Dat is nogal een verantwoordelijkheid! Als wij iets niet op kunnen pakken, blijft het gewoon liggen, terwijl er op nationaal niveau zoveel meer onderzoeksinstituten zijn. De ombudsman en rekenkamer zijn lokaal de enige onafhankelijke adviesorganen. Ons onafhankelijke onderzoek is daarmee een belangrijk en groot goed. We bieden raadsleden inzichten om hun werk nog beter te kunnen doen. Toen ik mensen vertelde dat ik hier kwam werken, merkte ik dat heel veel mensen onbekend waren met rekenkamers. Ik probeer het werk daarom zo bekend mogelijk te maken!’
Wat breng jij mee vanuit je eerdere werk naar rekenkamers?
‘De ervaringen die ik meebreng zijn vanuit de WRR, OVV, bestuurslid jonge academie en als voormalig hoogleraar. Ik ben een ervaren onderzoeker. Die onderzoekservaring breng ik mee in combinatie met de bestuurlijke ervaring om ook te zorgen dat er iets met onderzoeken gebeurt. Krantenkoppen zijn niet hetzelfde als doorwerking. We doen het uiteindelijk om te helpen verbeteren en veranderen en om inzicht te geven in complexe dossiers.’
Wat kunnen jouw voormalig collega`s en opvolgers leren van rekenkamers?
‘In mijn vorige banen (WRR en OVV) stonden we toch wat verder af de volksvertegenwoordigers. Onderzoekers kunnen van rekenkamers leren hoe je met behulp van onderzoek de democratie kunt ondersteunen. Vanuit iemand bij de universiteit geredeneerd: je doet bij een grote rekenkamer zoals Rotterdam echt fulltime onderzoek. Je hebt de tijd en ruimte om je te verdiepen en je hebt directe impact. Op de universiteit heb je toegang tot alle wetenschappelijke kennis, als rekenkamer heb je toegang tot data bij gemeenten waar universiteiten vaak geen toegang toe hebben.
Ik roep wetenschappers ook wel op, werk samen met rekenkamers! In die samenwerking is veel te halen!’
In haar afscheidsrede als hoogleraar legde Marjolein ook veelvuldig de link tussen rekenkamers en ander wetenschappelijk werk.