Skip to main content

Call for Papers – Themanummer Tijdschrift voor Toezicht

Tijdschrift voor Toezicht is een wetenschappelijk tijdschrift van, voor en door experts die zich beroepshalve bezighouden met het onderwerp toezicht in al zijn facetten. Het wil een brug slaan tussen wetenschap en praktijk en faciliteert dat uiteenlopende disciplines van elkaar kunnen leren. Tijdschrift voor Toezicht brengt in 2024 een themanummer uit over toezicht met en vanuit een maatschappelijk perspectief.

‘Goed toezicht vanuit maatschappelijk perspectief: verschuivingen in wederzijdse verwachtingen en relaties’

Van publieke toezichthouders wordt in toenemende mate verwacht dat zij in contact staan en in gesprek zijn met ‘de samenleving’. Toezichthouders moeten oog en oor hebben voor maatschappelijke geluiden en ontwikkelingen (responsief), urgente maatschappelijke risico’s actief publiekelijk agenderen (reflectief) en hierop hun toezicht afstemmen en inrichten (reflexief). Deze maatschappelijke en politieke roep om toezicht dat zich anders en beter verhoudt tot de samenleving past in een algemene trend van veranderende verwachtingen en daarmee een herijking van (publiek) toezicht. Van toezichthouders wordt niet alleen handhaving van wet- en regelgeving verwacht, maar ook dat zij in hun toezicht oog hebben voor de meestal breder gedefinieerde publieke belangen. Daarnaast zouden publieke toezichthouders ook een grotere rol moeten spelen in de checks and balances binnen de democratische rechtsstaat. Verwachtingen die mede ontstaan zijn, zo lijkt het, naar aanleiding van een aantal schokkende incidenten in de publieke dienstverlening (Kinderopvangtoeslag, Aardgasschade) en de daarmee samenhangende vertrouwenscrisis tussen kabinet en parlement (informatievoorziening en bestuurscultuur).

Deze veranderende rolopvatting en daarmee ook veranderende relatie met de samenleving roept diverse vragen op. Wat betekenen deze veranderde verwachtingen van toezicht voor relatie tussen toezichthouders en ‘de samenleving’? Welke maatschappelijke ontwikkelingen spelen daarbij een cruciale rol en welke effect heeft dat op toezichthouders? Welke risico’s of kansen levert dat op en hoe gaan toezichthouders daar mee om? En wat betekenen veranderingen in de relatie tussen toezichthouderes en burgers, bedrijven en instellingen (al dan niet als ondertoezichtstaande) voor de relatie tussen toezicht, uitvoering, beleid en politiek?

De redactie van Tijdschrift voor Toezicht wijdt een nummer aan deze observaties en bijbehorende vragen.
Mogelijke onderwerpen voor bijdragen zijn:

  • analyse van veranderende verwachtingen van en relatie tussen toezicht en maatschappij
  • de maatschappelijke perceptie van (de reputatie en het gezag) van toezichthouders
  • Internationale vergelijking van de relatie tussen burgers en toezichthouders
  • good practices/lessons learned van toezichthouders t.a.v. een maatschappelijke oriëntatie
  • kansen en risico’s van betrekken van de maatschappij/burgers in het toezicht
  • juridische en staatsrechtelijke aspecten van maatschappelijke georiënteerd toezicht
  • effecten van maatschappelijke veranderingen op de relatie toezicht-uitvoering-beleid en politiek

Waar zijn we naar op zoek?

Voor dit themanummer zijn we op zoek naar verschillende soorten bijdragen:

Wilt u een bijdrage leveren?

Heeft u een concreet voorstel voor een bijdrage over dit thema (max. 500 woorden)? E-mail dit voorstel dan vóór 1 juni 2023 naar tvt@boomdenhaag.nl.
Uit de inzendingen zal de redactie voorstellen selecteren voor een bijdrage aan het themanummer van Tijdschrift voor Toezicht. De deadline voor inzending van de volledige bijdragen is 18 december 2023.
De verwachte publicatie van dit themanummer is in april 2024.

Positieve evaluatie DoeMee 2022

Het DoeMee onderzoek naar de ondersteuning van de volksvertegenwoordigers wordt door de deelnemers gewaardeerd. Dit geldt zowel voor de aanpak als de opgeleverde producten. De ondersteuning van het uitvoerende bureau krijgt van meerdere rekenkamers een 9 en de communicatie was voor de meeste goed. Over de gebruikte vragenlijsten zijn wat kritische noten gekraakt. Deze bleek ondanks uitgevoerde testen op onderdelen multi-interpretabel en soms ingewikkeld om te begrijpen. Van de producten is de waardering voor het algemene rapport het grootst. Tegelijkertijd is het voor meerdere rekenkamers nog wel zoeken wat ze precies met de producten kunnen. Een bijeenkomsten waarbij Rekenkamers hierover met elkaar van gedachten kunnen wisselen, zou standaard onderdeel van het proces moeten zijn.

Veruit de meeste deelnemers willen bij het volgende DoeMee onderzoek graag weer meedoen, waarbij één rekenkamer er zelfs een abonnement op zou willen. En dat was niet bedoeld als grapje!

De NVRR leert van elk DoeMee-onderzoek en dankt de deelnemers voor het invullen van de enquête.

Terugblik succesvol NVRR-congres ‘gezag van de rekenkamer’

Met 130 aanmeldingen hadden we vrijdag 31 maart een drukbezocht congres. Plenaire sprekers boeiden en prikkelden de zaal: Thijs Jansen over modern gezag, Klaartje Peters over de missie van de rekenkamer en Katrien Termeer van de ROB over het herwinnen van gezag Er waren bijvoorbeeld vragen over hoe deze bijdragen lokaal toegepast zouden kunnen worden, een thema dat expliciet terugkwam in de workshops. De rekenkamercommissie Dordrecht gaf een workshop over hoe je als rekenkamer zichtbaar bij en actueel voor de raad kunt zijn. De waterkring had een workshop met Klaartje Peters over rekenkamers in waterschappen (de opkomst van leden uit waterschappen was dit congres heel goed)! Ook werd er in een workshop verder gedacht over het DoeMee onderzoek 2024 naar de energiebesparingsplicht met de Rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg en Jelle Kramer van Adromi. In de workshop ‘Rekenkamer, doe ertoe!’ werd er met de ROB verder gewerkt aan het thema dat Katrien Termeer plenair aansneed. De laatste workshop was met de Zuidelijke Rekenkamer over de rekenkamer en gezagwaardig openbaar bestuur: over onderzoek dat je als rekenkamer zou kunnen doen naar het gezag van het bestuur.

Wij kijken terug op een succesvol congres en hopen jullie te zien op ons mini-symposium (22 juni) en ons jubileumcongres (11 oktober)!

 

Modelverordening beschikbaar

Het NVRR transitieteam heeft meegedacht en meegeschreven aan de modelverordening op de rekenkamer van de VNG. De VNG maakt uiteindelijk haar eigen afweging over de modelverordening. Daarom heeft de NVRR een paar kanttekeningen en aanvullingen bij de verordening:

1. Nieuwe verordening voor de rekenkamer? Neem dit beslispunt mee in het besluit

De raad/het algemene bestuur besluit dat de contractuele verplichtingen die de {verwijzing naar huidige rekenkamer(commissie) invoegen} is aangegaan, overgaan op de met deze verordening ingestelde rekenkamer.
NB: dit neem je mee in het besluit waarmee de verordening aangenomen wordt, niet in de verordening zelf.

Toelichting:
Als lopende onderzoeken van de rekenkamer nog niet zijn afgerond wanneer je de nieuwe verordening aanneemt, kunnen deze feitelijk worden voortgezet door de (nieuwe) rekenkamer onder de nieuwe verordening. Het is goed dit in het raadsbesluit vast te leggen. Als de raad een nieuwe rekenkamer instelt en er zijn nog niet-afgeronde onderzoeken is dat een moment waarop de raad in overleg met de nieuwe rekenkamer kan besluiten hoe er met de onderzoeken van de rekenkamer(commissie) verder wordt omgegaan. Dit kan het beste per geval bekeken worden.

De onafhankelijke rekenkamer (als rechtsopvolger van de rekenkamerfunctie) kan vervolgens de onderzoeken voortzetten, of kan besluiten dat niet te doen. Het is denkbaar dat voor lopende onderzoeken een externe onderzoeker of onderzoeksbureau is ingeschakeld. Wat de consequenties dan zijn van het stopzetten van die opdracht is vanzelfsprekend ook afhankelijk van contractuele voorwaarden. Dat is in wezen niet anders dan in de algemene situatie waarin een rekenkamer(commissie) besluit om een onderzoek vroegtijdig te beëindigen.

2. Ondersteuning

Art. 5.2 van de modelverordening toont niet alle mogelijke varianten voor ondersteuning van de rekenkamer. Daar staat dat het college die ondersteuning benoemt. Er zijn echter 3 varianten voor het regelen van de ondersteuning:

  1. ambtelijke ondersteuning van de rekenkamer die op de griffie werkt of gaat werken, wordt benoemd door de raad. (Artikel 107e lid 2 Gemeentewet stelt dat de raad de op de griffie werkzame ambtenaren benoemt). De rekenkamer kan dus ook een secretaris werven en afspraken maken met de griffie dat deze op de griffie werkzaam wordt.
  2. ambtelijke ondersteuning die niet op de griffie is/wordt ondergebracht (maar in de ‘reguliere’ ambtelijke organisatie), wordt benoemd door het college. Dit is de variant die de modelverordening noemt. (Artikel 81j lid 2 Gemeentewet stelt dat het college op voordracht van de RK besluit over arbeidsovereenkomsten voor ambtenaren die de RK ondersteunen)”.. Die ondersteuning mag dan enkel werken voor de rekenkamer! (artikel 81j lid 3 Gemeentewet: “De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren.
  3. Als je niemand kunt of wilt aanstellen, dan is het inhuren van ondersteuning (een ZZP-er of een bureau) een derde optie.

3. Klankbordgroep/begeleidingscommissie raad

In de modelverordening wordt over een klankbordgroep gesproken. Gezien de discussie voorafgaand aan de wet versterking, is het wat de NVRR betreft verstandiger om te spreken over een begeleidingscommissie. Hoewel de naam begeleidingscommissie anders zou kunnen doen vermoeden, is dit een overlegorgaan dat de onafhankelijke positie van de rekenkamer niet aantast.

4. Vergoeding

In de modelverordening ontbreekt bij de vergoeding van rekenkamerleden de optie voor een vergoeding per uur, deze staat wel in de implementatiehandleiding.

Even voorstellen: Linze Schaap, bestuurslid NVRR

Wie is Linze?

Laat ik dit in trefwoorden proberen te vertellen: Fries van geboorte, gepromoveerd bestuurskundige, voormalig Statenlid (maar al jaren partijloos), natuurliefhebber, boekenlezer, reiziger, geïnteresseerd in geschiedenis, samenwonend in Leeuwarden (via Rotterdam en Dordrecht), persoon met meningen en respect voor meningen (mits onderbouwd) en met zorgen over (gebrek aan) ontwikkelingen in onze democratie.

Hoe ben je in de wereld van rekenkamers terecht gekomen?

In 2019 heb ik de overstap gemaakt van de universiteit naar de rekenkamerwereld en ben ik directeur-secretaris (nu: secretaris-directeur) geworden van de Noordelijke Rekenkamer.

Wat zijn je speerpunten als (nieuw) bestuurslid?

Rekenkamers veel meer op de kaart zetten bij beleidsmakers. Daarnaast moeten we rekenkamers mijns inziens niet alleen zien als een ‘hulptroep’ van de volksvertegenwoordiging, maar als een onmisbare instantie voor publieke verantwoording. Daar is een professionele en zelfkritische vereniging voor nodig. En we moeten ernaar streven dat zo veel mogelijk mensen die een rol spelen in rekenkamers actief betrokken zijn bij de vereniging en haar Kringen, ook als dat veranderingen in de organisatiestructuur vergt.

Wat vind jij belangrijk in de nieuwe wet versterking decentrale rekenkamers?

Persoonlijk ben ik blij dat colleges (B&W, GS, DB) voortaan elk jaar moeten rapporteren wat zij met de rekenkameraanbevelingen gedaan hebben; laten we proberen daar als rekenkamers een rol in te krijgen. Verder vind ik het een goede ontwikkeling dat alle rekenkamers voortaan onafhankelijk moeten zijn (ook al weet ik dat lang niet iedereen dat met me eens is). De transitie is een mooi moment om goed na te denken over de relatie tussen rekenkamer en volksvertegenwoordiging. Derde pluspunt is dat waterschappen rekenkamers moeten hebben.

Welke vraag die we niet hebben gesteld zou je graag willen beantwoorden? En wat zou je antwoord zijn?

Wat hoop je vooral niet aan te treffen? Ik kan het beste werken in een omgeving zonder opgeblazen ego’s, zonder schijnheiligheid en onwaarachtigheid, waar mensen een gezamenlijk doel nastreven, op zakelijke en aangename wijze, met een vleug humor.

Brief verzonden over rekenkamertoezicht op gemeentelijke accountantsdiensten

Op 17 maart hebben de Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies en de rekenkamers van de Metropool Amsterdam en de gemeente Den Haag een brief gestuurd aan het het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Financiën over het rekenkamertoezicht op gemeentelijke accountantsdiensten.

In de brief pleiten wij ervoor in de nieuwe Wet toekomst accountancysector op te nemen dat het toezicht op gemeentelijke accountantsdiensten uitgevoerd wordt door een centrale toezichthouder zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Nu ligt die toezichttaak nog bij gemeentelijke rekenkamers. In het licht van een verwachte toename van het aantal gemeentelijke accountantsdiensten wijzen we erop dat de toezichttaak oneigenlijk is voor rekenkamers. Zowel kennis als middelen zullen voor veel lokale rekenkamers niet toereikend zijn om te voldoen aan de wettelijke vereisten bij het toezicht.

Daarnaast leidt een versnipperd toezicht uitgevoerd door meerdere organisaties tot gebrek aan uniformiteit en continuïteit. Ook al omdat rekenkamers minder toezicht hoeven te houden dan de AFM is dit onwenselijk. In de brief worden de huidige situatie en de verwachte ontwikkelingen met betrekking tot de accountancy voor het gemeentelijke domein beschreven en worden de hiervoor genoemde argumenten om tot een centraal vormgegeven toezicht te komen toegelicht.

DoeMee-onderzoek 2024: energiebesparingsplicht

Het NVRR DoeMee-onderzoek 2024 is al bekend! Het wordt toezicht en handhaving energiebesparingsplicht.

Energiebesparingsplicht? Die geldt al sinds 1993 en houdt in dat bedrijven en instellingen die die jaarlijks meer dan 50.000 kWh stroom of 25.000 m3 aardgas gebruiken verplicht zijn energiebesparende maatregelen te nemen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden. Gemeenten en provincies moeten controleren (toezicht en handhaving) of bedrijven dit doen. Sinds het ontstaan van de omgevingsdiensten doen deze dat vaak in opdracht van gemeenten en provincies.

Een actieve invulling van toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht blijkt te lonen. Rekenkamer Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest, Leidschendam-Voorburg (2020) laat zien dat dit tot forse energiebesparingen leidt. Dat blijkt ook uit het voorbeeld dat zij aanhalen van de gemeente ’s Hertogenbosch: met de inzet van 1,2 fte energie-inspecteur voor toezicht is net zoveel energie bespaard als de jaaropbrengst van 5,3 windmolens.

Invulling van toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht levert dus een belangrijke bijdrage aan het realiseren van doelen op het gebied van energie en klimaat. En met de huidige energieprijzen is het voor bedrijven ook relevant vanuit financieel perspectief.

Desalniettemin blijkt dat bedrijven maar beperkt invulling geven aan de energiebesparingsplicht en dat overheden de naleving daarvan maar beperkt controleren. Sinds 1993 heeft het Rijk een aantal malen middelen beschikbaar gesteld voor de implementatie van de energiebesparingsplicht. In 2023 deed het Rijk dat opnieuw, nu voor de versterking van de omgevingsdiensten.

Al met al goede redenen om met een groot aantal rekenkamers in een NVRR DoeMee-onderzoek na te gaan:

  • of en zo ja welke afspraken de gemeente of provincie met de omgevingsdienst heeft gemaakt over de invulling van toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht;
  • hoe de omgevingsdiensten over de uitvoering van de afspraken rapporteren aan de gemeente of provincie;
  • hoe het college rapporteert aan de gemeenteraad of Provinciale Staten.

Het NVRR DoeMee-onderzoek zal met name een agenderende functie hebben. Net als bij alle NVRR DoeMee-onderzoeken is het aan de rekenkamers zelf om de bevindingen uit het onderzoek te vertalen naar een brief of rapport aan de gemeenteraad, al dan niet nadat zij aanvullend onderzoek hebben gedaan naar aanleiding van de bevindingen uit het NVRR DoeMee-onderzoek.

Deelnemers aan deze deelsessie op het NVRR Jaarcongres worden in een klein uur meegenomen in de wereld van de energiebesparingsplicht. De rekenkamer Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest, Leidschendam-Voorburg geeft samen met het onderzoeksbureau Adromi een toelichting op het onderwerp. Daarnaast gaan ze in op het onderzoek dat zij gedaan hebben; ook al ging dit veel breder en dieper dan in het NVRR DoeMee-onderzoek mogelijk is.

Eerste meta-analyse online!

In opdracht van de NVRR is de eerste NVRR meta-analyse over meta-dossier jeugdhulp opgeleverd. In deze meta-analyse worden de resultaten van de in het metadossier opgenomen rekenkamerrapporten beleidsmatig geanalyseerd. Zowel het metadossier als de meta-analyse zijn te bereiken via metadossierjeugd.nvrr.nl.

DoeMee onderzoek vol!

Het enthousiasme onder rekenkamers voor het nieuwe DoeMee onderzoek over klachtafhandeling was overweldigend, de inschrijving is inmiddels gesloten. In de subsidie van 2023 is voor 80 deelnemers budget aangevraagd. 91 overheden schreven zich in, de NVRR gaat in overleg met de opdrachtnemer na de sluiting van de offertetermijn kijken of het mogelijk is om alle 91 overheden mee te nemen. Als dat niet lukt, geldt wie het eerste ingeschreven zijn kunnen meedoen.