Skip to main content

Maandag 10 oktober: eerste Spotdag van rekenkamer(commissie)s!

Op maandag 10 oktober a.s. is het zo ver. Dan vindt de eerste Spotdag van rekenkamer(commissie)s plaats. Die dag gaan bijna twintig rekenkamer(commissie)s op pad om in één dag onderzoek te doen naar de digitale dienstverlening van gemeenten, provincies en waterschappen. Zij richten zich specifiek op het indienen van meldingen over de openbare ruimte.  

Spotdag; nieuwe vorm van onderzoek

Tijdens de Spotdag ‘spotten’ rekenkamer(commissie)s op verschillende locaties binnen hun eigen gemeente, provincie of waterschap de ervaringen van inwoners met het digitaal indienen van een melding over de openbare ruimte. Daarvoor vragen ze inwoners om – met behulp van een tablet – een fictieve melding in te dienen, waarna ze hen vervolgens een aantal vragen stellen over de ervaring daarmee.

Deze eerste Spotdag is vooral ook een experiment. Een experiment dat ons (AR en NVRR) veel kan leren over het ‘spotten’ als onderzoeksmethode, het samenwerken als rekenkamer(commissie)s, goede manieren om in contact te komen met inwoners, etc.

Aanmelden?

Heeft uw rekenkamer(commissie) zich nog niet aangemeld, maar wel interesse om deel te nemen? Meld u dan voor 19 september 2016 aan door een mail te sturen naar evenementen@rekenkamer.nl

Waarom dit onderwerp?

Het ‘spotten’ van ervaringen met digitale dienstverlening past in het thema digitale dienstverlening; één van de ambities uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte/Asscher. Het is de ambitie van het kabinet om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren en om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven zaken met de overheid uiterlijk in 2017 digitaal kunnen afhandelen.

Te verwachten eindproducten

De Spotdag levert een momentopname op van hoe burgers een onderdeel van de digitale dienstverlening ervaren. Het vormt daarmee een globale inhoudelijke verkenning van het onderwerp.

Het team Spotdag wil de volgende producten opleveren:

1. Individueel beeld per deelnemer

Op basis van de uitkomsten van de Spotdag wordt per deelnemende rekenkamer(commissie) een individueel beeld geschetst van het kanaalgebruik en de gebruiksvriendelijkheid van de digitale dienst ‘indienen van een melding over de openbare ruimte’. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om een ranglijst te maken van de verschillende deelnemers. De resultaten zullen dus niet in vergelijking tot elkaar worden gepubliceerd; iedere deelnemer ontvangt alleen de eigen resultaten.

2. Globale analyse totale dataset

Er wordt een analyse uitgevoerd op de totale dataset, waarbij wordt gekeken naar de samenhang tussen verschillende variabelen. Deze analyse levert een globaal beeld op, een zogenaamde grofkorrelige foto. Deze analyse  wordt gepresenteerd tijdens de Samenwerkingsbijeenkomst van de AR en de NVRR op 17 november.

3. Handreiking ‘spotten’

De ervaringen met de methode van het ‘spotten’ worden gebundeld. Samen met de deelnemers worden lessen getrokken. Deze lessen worden verwerkt tijdens de Samenwerkingsdag in een handreiking voor mogelijke volgende Spotdagen.

Wat vraagt deelname van uw rekenkamer(commissie)?

Als uw rekenkamer(commissie) deelneemt aan de Spotdag krijgt u op voorhand een ‘kant-en-klaarpakket’. In dit pakket is het volgende opgenomen:

  • Een voorbeeldtekst waarmee de Spotdag kan worden aangekondigd binnen uw gemeente, provincie of waterschap.
  • Een korte vragenlijst voor de gemeente, provincie of waterschap rondom het gebruik van digitale formulieren voor het doen van meldingen. Door gemeenten, provincies en waterschappen zelf  feitelijke informatie over het doen van meldingen aan te laten leveren, wordt wederhoor niet noodzakelijk geacht.
  • Een vragenlijst voor het spotten zelf, met bijbehorende handleiding.
  • Informatie over het gebruik van sociale media, foto’s en logo voorafgaand en tijdens de Spotdag.

Dit ‘kant-en-klaarpakket’ zorgt ervoor dat deelname aan de Spotdag slechts enkele dagen per rekenkamer(commissie) kost. Houd er wel rekening mee, dat er op de Spotdag zelf minimaal twee mensen per rekenkamer(commissie) nodig zijn om op verschillende locaties te kunnen spotten.

En, goed om te weten: de Algemene Rekenkamer stelt per deelnemende rekenkamer(commissie) een onderzoeker beschikbaar die mee helpt  spotten!  

Vragen?

Heeft u vragen over de Spotdag? Neem dan contact op met Monique Mol (m.mol@rekenkamer.nl, 070 342 4129)

Rekenkamer(commissie)s gezocht voor pilotonderzoek Doorwerking

De NVRR wil graag in contact komen met rekenkamer(commissie)s die nog in 2016 met onderzoek naar de eigen doorwerking aan de slag willen. Het kan daarbij gaan om onderzoek naar de doorwerking van een specifiek rapport of onderzoek naar de doorwerking van de functie van de rekenkamer(commissie). De NVRR kan, aan de hand van het stappenplan ‘Meten van doorwerking’, daarbij ondersteunen.

Vanuit de NVRR is een onderzoeker aangesteld om als sparringpartner op te treden voor rekenkamer(commissie)s die hun doorwerking willen onderzoeken. Deze ondersteuning wordt medegefinancierd vanuit kwaliteitsbevordering, waarvoor we middelen van het Ministerie van BZK hebben gekregen. Naar aanleiding van alle ervaringen en lessen zal een rapportage worden opgesteld en aangeboden aan het Ministerie van BZK. Wilt u zich aanmelden of meer weten, neem dan contact op met Etienne Lemmens (etienne.lemmens@nvrr.nl).

NVRR Commissie Digitale Kennisdeling onderzoekt gebruik website

De NVRR stelt kennis over onderzoek op haar website beschikbaar om zo een van haar doelen, het verdiepen van onderzoekskennis onder haar leden, te realiseren.

De NVRR wil graag achterhalen hoe zij haar website het beste in kan zetten om digitaal kennis met haar leden te delen. Dit zal zij doen door middel van een ledenonderzoek.

De vereniging gebruikt nu voornamelijk de nieuwsbrief, bibliotheek en de Wiki als instrumenten voor digitale kennisdeling met haar leden. in de bibliotheek kunnen rekenkamers hun onderzoek zelf toevoegen zodat andere leden daar kennis van kunnen nemen. Elk onderzoek wordt voorzien van een samenvatting en trefwoorden, zodat het makkelijk doorzoekbaar en terug vindbaar is.

De Wiki bevat pagina's over een aantal onderwerpen die rekenkamer vaak onderzoeken (decentralisaties, grondexploitaties) en tips en trucs over het opzetten, uitvoeren en presentere van onderzoeken. De Wiki biedt ook de mogelijkheid om beveiligd kennis te delen met andere leden.

Om het gebruik van de op de website aangeboden kennis beter af te kunnen stemmen op de wensen van de leden, heeft de NVRR besloten om een onderzoek te doen onder haar leden door middel van telefonische interviews. Het doel hiervan is om te achterhalen op welke verschillende wijze leden onderzoek opzetten en uitvoeren en welke informatie ze daarvoor nodig hebben.

Om een goed beeld te krijgen van de wensen die leven trachten wij een representatief deel van de rekenkamers te benaderen (kleine, (middel) grote, provinciale, een waterschap en nieuwe leden). Als u geïnteresseerd bent in het onderwerp digitale kennisdeling en u heeft bruikbare suggesties, nodigen wij u van harte uit om deel te nemen aan het onderzoek. U kunt hiervoor telefonisch contact opnemen met Ingeborg Versprille (beleidsmedewerker NVRR): 033-2473435, tot 1 oktober 2016.

Als u meedoet aan dit ledenonderzoek kunnen wij u in de toekomst nog beter van dienst zijn!

Meld u met korting aan voor een cursus van de VU Amsterdam!

Meld u met korting aan voor één van de volgende cursussen van de Vrije Universiteit Amsterdam:

Gebruik de code NVRR16 bij uw inschrijving en ontvang als lid van Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies 10% korting op de cursuskosten! 

Meld u nu aan voor de eerste Spotdag van rekenkamers en rekenkamercommissies!

Meld u nu aan voor de eerste Spotdag van rekenkamers en rekenkamercommissies!

Samen met andere rekenkamer(commissie)s op pad om in één dag een onderzoek te doen. Het gaat echt gebeuren! Meld u nu aan voor de eerste Spotdag van rekenkamer(commissie)s en ga samen met andere rekenkamer(commissie)s na hoe het staat met de digitale dienstverlening van de overheid.

Op deze eerste Spotdag willen we op verschillende plaatsen in Nederland de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid van digitale dienstverlening in beeld brengen. We zoomen daarbij in op het onderdeel ‘meldingen doen’. Hoe wordt het aanbod, het gebruik en de toegankelijkheid van de mogelijkheid om meldingen te doen bij gemeenten, provincies en waterschappen ervaren?

De Spotdag moet een landelijk beeld opleveren. Geen dekkend beeld, maar eerder een grofkorrelige foto die u als landelijk referentiekader kunt gebruiken en waar u de spotdaguitkomsten over uw eigen gemeente, provincie of waterschap tegen af kunt zetten.

Over het onderwerp: Digitale dienstverlening

Eén van de ambities in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte/Asscher betreft het verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Burgers en bedrijven moeten zaken die ze met de overheid doen uiterlijk in 2017 digitaal kunnen afhandelen. Om dit te realiseren, is het programma Digitaal 2017 opgesteld. Met de Spotdag gaan we na wat burgers in de praktijk merken van dat programma.

Hoe werkt het spotten?

Tijdens de Spotdag ‘spotten’ we de ervaringen van burgers. Dit doen we aan de hand van een fictieve casus. We leggen de respondenten een casus voor met betrekking tot een melding en vragen hen om de melding via de website van de gemeente, de provincie of het waterschap in te dienen. We toetsen vervolgens de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van de digitale dienstverlening.

De casus maakt onderdeel uit van het ‘kant-en-klaarpakket’ dat u ontvangt ter voorbereiding op de Spotdag.

De ervaringen en lessen ten aanzien van het spotten verwerken we in een handreiking die we voor volgende Spotdagen kunnen gebruiken. 

Wanneer gaan we spotten?

We organiseren de Spotdag in de week van 10-14 oktober 2016.

De uitkomsten presenteren we tijdens de samenwerkingsbijeenkomst van de AR en de NVRR op 17 november 2016.

Wat vraagt dit van uw rekenkamer(commissie)?

Als uw rekenkamer(commissie) deelneemt aan de Spotdag krijgt u op voorhand een ‘kant-en-klaarpakket’, met vragenlijst, casus, interviewleidraad, etc. Daardoor kost deelname aan de Spotdag slechts enkele dagen per rekenkamer(commissie):

  • nagaan of er al onderzoek rondom meldingen en (digitale) dienstverlening beschikbaar is binnen uw gemeente, provincie of waterschap;
  • spotten;
  • uitkomsten van de spotdag presenteren binnen uw gemeente, provincie of waterschap.

Houd er wel rekening mee, dat er op de Spotdag zelf minimaal twee mensen per rekenkamer(commissie) nodig zijn om op verschillende locaties te kunnen spotten. En, goed om te weten: de Algemene Rekenkamer stelt per deelnemende rekenkamer(commissie) een onderzoeker beschikbaar die mee helpt  spotten!

Aanmelden?

Wilt uw rekenkamer(commissie) deelnemen aan de eerste Spotdag? Meld u dan bij voorkeur voor 9 juli 2016 aan door een mail te sturen naar m.mol@rekenkamer.nl. Inmiddels hebben al verschillende rekenkamer(commissie)s, verspreid over het land, zich aangemeld.

Heeft u vragen over de Spotdag? Neem dan contact op met Monique Mol (m.mol@rekenkamer.nl, 070 342 4129) of Erik van der Weide (e.weide@rekenkamer.nl, 070 342 474).

Stand van zaken actieplan lokale rekenkamers

Naar aanleiding van de door de Tweede Kamer aangenomen motie Fokke heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vorig jaar zomer een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met een actieplan lokale rekenkamers. In die brief onderstreepte de minister het belang van de lokale rekenkamers nadrukkelijk en zegt hij toe dat er financiële steun mogelijk is voor initiatieven om rekenkamers nog sterker en beter te maken. Hij stelde ook een aantal veranderingen voor.

We hebben als vereniging een reactie geformuleerd op dat plan. Na een aantal stevige discussies binnen de vereniging hebben we in november 2015 het verenigingsstandpunt naar de Tweede Kamer gestuurd. Twee belangrijke punten uit die brief waren het normbudget en de rekenkamercommissie. Bij het normbudget hebben we gezegd dat het goed zou zijn als er onderzocht zou worden wat een goede norm is voor het budget van een rekenkamer. Over de rekenkamercommissie is het standpunt dat het verschil tussen rekenkamers en rekenkamercommissie in de wet zou moeten verdwijnen en dat de rekenkamer nieuwe stijl wel ruimte zou moeten bieden aan raadsleden. Dat laatste werd wel aan de voorwaarde verbonden dat de meerderheid uit niet raadsleden zou moeten bestaan en ook de voorzitter een externe zou moeten zijn.

Wat is er sindsdien gebeurd? We hebben als bestuur een subsidieaanvraag bij BZK ingediend voor ondersteuning van het verenigingswerk. Die subsidie is ook gehonoreerd. Binnenkort zijn er gesprekken met BZK over de mogelijkheden van subsidie in de komende jaren. Inmiddels heeft ook de VNG een reactie geformuleerd. Daarin is steun te vinden voor ons voorstel om een onderzoek in te stellen naar het normbudget voor rekenkamers. De VNG is het oneens met het voorstel van de minister om de mogelijkheid te schrappen van rekenkamercommissies. Naast de praktische opmerking dat er dan wel heel veel verordeningen moeten worden aangepast, is vooral het argument dat de betrokkenheid van raadsleden bij het rekenkamerwerk belangrijk is met oog op de doelmatigheid. Wij vinden dat als vereniging ook belangrijk, maar zien daar andere mogelijkheden voor dan het wat verwarrende onderscheid dat nu in de wet wordt gemaakt tussen rekenkamers en rekenkamercommissies.

In de afgelopen maanden hebben we ook contacten gehad met Tweede Kamerleden. Het lijk er op dat de verdere besluitvorming naar aanleiding van de brief van de minister geen hoge prioriteit heeft. Er zijn door Kamerleden vragen gesteld en opmerkingen gemaakt en nu is het wachten, zo lijk het, op een nieuwe actie van de minister. Al met al is het nog wel de vraag, ook gegeven de komende Tweede Kamerverkiezingen, of de besluitvorming over eventuele veranderingen bij de lokale rekenkamers en de aanpassingen van de gemeentewet voor de raadsverkiezingen van 2018 zullen zijn afgerond. Het zou na al die discussies die de brief van de minister heeft opgeroepen, wel jammer zijn als die datum niet zou worden gehaald.

Publicatie rapport Aanpak problematische schulden

Aanpak problematische schulden

Op 30 juni is het rapport Aanpak problematische schulden van de Algemene Rekenkamer openbaar geworden. Publicatie vond plaats na een gezamenlijke presentatie aan de Tweede Kamer door een delegatie van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman en de WRR.

In het rapport wordt ingegaan op het stelsel met betrekking tot de aanpak van problematische schulden, waaronder de gemeentelijke schuldhulpverlening. Tijdens het onderzoek is dankbaar gebruik gemaakt van de kennis en rapporten over gemeentelijke schuldhulpverlening van collega’s van de rekenkamercommissie Achtkarspelen, de rekenkamer Den Haag en de rekenkamercommissie Tietjerksteradeel.

Het rapport kunt u downloaden via onze website >> 

3D denktank sociaal domein

Op 30 mei jl. is de 3D denktank van start gegaan. Zoals reeds aangegeven is het hoofddoel het krijgen van overzicht en inzicht in de diverse aspecten rondom de 3D’s, waaronder kaderstelling door de raad, de bestuurlijke context en de governance in het woud van stakeholders. Dit in samenwerking met de Algemene Rekenkamer en met ondersteuning van de NVRR. Inmiddels is de aanpak met het NVRR bestuur besproken.

De volgende stap is na te gaan hoe de (professionele) ondersteuning van de 3D denktank er uit kan zien. Op korte termijn zal hiervoor een voorstel worden uitgewerkt, inclusief het vinden van dekking voor eventuele financiële consequenties van professionele ondersteuning.

Eveneens op korte termijn zal de volgende bijeenkomst van de 3D denktank gepland worden. Het onderwerp zal immers de komende jaren actueel blijven.

Graag ontvangen wij alle onderzoeken die gedaan zijn naar het sociaal domein. Wilt u uw onderzoek uploaden op de NVRR website en per e-mail sturen aan Egbert Jongsma van de Algemene Rekenkamer?

Het verslag van 30 mei is hieronder te downloaden.

Voor vragen kunt u contact opnemen met initiatiefnemer Tineke van den Biggelaar.

7 juni: expertmeeting Wet open overheid

Dit initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Voortman (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) heeft als doel overheden en semi-overheden transparanter te maken om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en economische ontwikkeling beter te dienen. De Wet openbaarheid van bestuur wordt ingetrokken.

Om deze doelen te bereiken verankert het voorstel de toegang tot publieke informatie en het hergebruik van die informatie als rechten van burgers. Daarnaast wordt de actieve openbaarheid versterkt door het verplicht stellen van openbaarmaking uit eigen beweging van bepaalde categorieën informatie. Overheidsorganen moeten een online beschikbaar register gaan bijhouden van de documenten en datasets waarover zij beschikken. Om de gewenste normalisering in de verhouding tussen burger en overheid te bewerkstelligen en de implementatie van deze wet te bevorderen, wordt de functie van Informatiecommissaris gecreëerd. Diens taak is het om organen en burgers te ondersteunen en om conflicten op te lossen door belangen bij elkaar te brengen.

(bron: www.eerstekamer.nl)

Op 7 juni wordt op verzoek van  de Eerste Kamercommissie BIZA/AZ een expertmeeting georganiseerd. De NVRR is daarbij niet uitgenodigd. Het bestuur heeft de VNG gevraagd de belangen van de rekenkamers in te brengen.

 Als NVRR hebben we een direct belang bij het goed formuleren van de grenzen van de openbaarheid bij het uitvoeren van rekenkameronderzoek. Daartoe hebben we een position paper ingediend. Onderstaand leest u de tekst:

Waar gaat het om?

Voor de Algemene Rekenkamer is in het voorstel van Wet open overheid geregeld dat onderzoeksdocumenten niet openbaar hoeven te worden. Het zou belangrijk en praktisch zijn om dat ook te regelen voor de lokale rekenkamers en rekenkamercommissies; de argumenten genoemd in de brief van de Algemene Rekenkamer gelden ook voor ons. WOO-verzoeken zijn schadelijk voor onze onderzoekspositie. Niet alleen vanwege het risico van voortijdige openbaarmaking en/of verplichte openbaarmaking van niet of onvoldoende geverifieerde gegevens waardoor geen recht wordt gedaan aan de onderzochte, maar juist ook vanwege het risico dat medewerkers van de onderzochte niet willen werken aan het onderzoek in de wetenschap dat hun documenten of hun interviewverslag openbaar kunnen worden. Het zonder verdere clausulering van toepassing laten zijn van de WOO op lokale rekenkamers en rekenkamercommissies zal onvermijdelijk zijn weerslag hebben op de manier waarop wij ons werk kunnen doen en daarmee op de kern van onze taak om de gemeenteraad, de provinciale staten en de burger te voorzien van objectieve en afgewogen oordelen en onderzoeksrapporten.

We waren in de veronderstelling dat bij de behandeling in de Tweede Kamer in het verlengde van de regeling voor de Algemene Rekenkamer voor de lokale rekenkamers iets vergelijkbaars zou worden geregeld. Toen we merkten dat dat niet het geval was hebben we nog contact opgenomen met Kamerleden, maar onze interventie bij de Tweede Kamer was te laat. Wellicht is er daar niet aan gedacht omdat de lokale rekenkamers anders dan de Algemene Rekenkamer een bestuursorgaan zijn. We zijn namelijk bestuursorgaan en in artikel 1:1 van de AWB niet genoemd bij de uitzonderingen (lid 2) anders dan de algemene rekenkamer (e) en de ombudsmannen (f).We zien dit als een onzorgvuldigheid bij de besluitvorming over deze wet. Het op een vergelijkbare manier behandelen van de lokale rekenkamers en rekenkamercommissies ligt voor de hand en er is voor zover wij hebben kunnen waarnemen in ieder geval niet bewust gekozen om dit niet te doen.

Wat zou er concreet moeten gebeuren?

Voor de Algemene Rekenkamer wordt nu via artikel 9.7 de compatibiliteitswet aangepast; daar worden aan toegevoegd de artikelen 96a en 96b. In analogie zou bij de noodzakelijke aanpassing van de gemeentewet (artikel 9.13) een onderdeel D moeten worden toegevoegd met daarin een artikel 185a en 185b gemeentewet en op analoge wijze voor de provinciewet (een artikel 186a en 186b). Net zo als de Algemene Rekenkamer zullen ook na de wetswijziging lokale rekenkamers en rekenkamercommissies zich blijven verantwoorden over hun bedrijfsvoering. Transparantie blijft dus het uitgangspunt. In die zin steunen we ook van harte de uitgangspunten van de WOO. 

Verantwoordingsonderzoek in perspectief

Op woensdag 18 mei was het Verantwoordingsdag. Deze dag, de tegenhanger van Prinsjesdag, bestaat sinds het jaar 2000. Voor dat jaar was al ingezet op het eerder beschikbaar komen van de jaarverslagen van de ministeries, niet in september, maar in mei. Bovendien moest de kwaliteit van de jaarverslagen  worden verbeterd: beleid en geld moesten meer met elkaar in verband worden gebracht. En niet alleen de begroting, maar ook de verantwoording moest voldoende aandacht krijgen van het parlement. De Algemene Rekenkamer toetst cijfers en verantwoordingsinformatie in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek – voer voor parlementair debat op donderdag 26 mei a.s.

Op Verantwoordingsdag presenteerde de Algemene Rekenkamer de uitkomsten van haar verantwoordingsonderzoek. Ze geeft dan een oordeel over de financiële informatie, de bedrijfsvoering en de beleidsinformatie van elk ministerie. En een oordeel bij de Rijksrekening. Tijd om eens terug te blikken op zestien jaar Verantwoordingsdag. Welke lessen kunnen we trekken voor de toekomst?

Rechtmatigheid

Laten we beginnen met het oordeel over de financiële informatie. Er sprake van een hoog niveau van de rechtmatigheid van uitgaven en inkomsten bij de rijksoverheid in Nederland. Jaarlijks wordt  de Rijksrekening goedgekeurd. Een uitzondering vormt 2008. In dat jaar, het eerste jaar van de crisis, plaatst de Algemene Rekenkamer een kanttekening bij haar oordeel over de Rijksrekening. Dat hangt samen met de onrechtmatigheid van de uitgaven voor de verwerving van Fortis/ABN AMRO waar ruim € 23 miljard mee gemoeid was. Bij die uitgaven is de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure bij de Tweede Kamer niet gevolgd. En die moet juist waarborgen dat het budgetrecht van het parlement wordt gerespecteerd. Toch maakt de Algemene Rekenkamer geen ‘bezwaar’ tegen deze onrechtmatigheid. Dat bezwaar is een wettelijk instrument dat kan worden ingezet om de belemmeringen op te heffen die het goedkeuren van de Rijksrekening in de weg staan. Daar is een indemniteitswetprocedure voor nodig. De redenering van de Algemene Rekenkamer is dat dit niet nodig is omdat de Staten-Generaal al ingestemd heeft met de gang van zaken. Materieel gezien zijn daarmee de stappen doorlopen die in een indemniteitswetprocedure worden genomen.

Bedrijfsvoering

En het oordeel over de bedrijfsvoering? Dat laat sinds 2000 een geleidelijke verbetering zien. Het aantal onderdelen in de bedrijfsvoering dat niet op orde is (de Algemene Rekenkamer spreekt van onvolkomenheden) daalt van 105 in 2001 tot slechts 27 in 2015. Als er grote problemen in de bedrijfsvoering zijn, dan wordt het oordeel ’ernstige onvolkomenheid’ gegeven. Ook het aantal ernstige onvolkomenheden daalt:  van 13 in het verantwoordingsjaar 2001 tot drie in het verantwoordingsjaar 2015.

Aantallen onvolkomenheden bij ministeries in 2014 en 2015.

Met die ernstige onvolkomenheden is iets bijzonders aan de hand. In de periode 2009 tot 2014 is er sprake van hooguit  een ernstige onvolkomenheid per jaar. In 2015 stijgt dat naar drie, terwijl de bedrijfsvoering overigens over de hele linie verbetert.

Grote problemen in de bedrijfsvoering zijn er traditioneel bij grote uitvoeringsvraagstukken. Enkele voorbeelden daarvan zijn het subsidiebeheer bij VWS, het wapen- en munitiebeheer bij Defensie, de uitvoering van de toeslagen bij de Belastingdienst en het financieel beheer bij Justitie. In 2015 is er sprake van ernstige onvolkomenheden bij de Belastingdienst, bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie en bij het Ministerie van Defensie. Interessant is dat de Algemene Rekenkamer sinds 2008 de achterliggende oorzaken van die grote problemen niet meer onderzoek (het zgn. bezwaaronderzoek).  Dat onderzoek voegt geen nieuw inzicht toe. Niet de oorzaken, maar de consequenties van de grote problemen vragen om aandacht. De Algemene Rekenkamer concludeert dat steeds vaker ambities niet in balans zijn met en beschikbare tijd, mensen en middelen. Er is tijd nodig om uitvoering op orde te brengen. Gebeurt dat niet, dan komen de ambities in gevaar. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij  Defensie dat een “grote wissel op zichzelf trekt”,  aldus het verantwoordingsonderzoek 2014. De Algemene Rekenkamer vraagt kabinet en Kamer om de realiteit van de uitvoering onderdeel van de besluitvorming te maken.

Beleidsinformatie

Dan het oordeel over de beleidsinformatie. De bedoeling was om de informatie van de begroting en de verantwoording te vergroten door de relatie tussen beleid en geld zichtbaar te maken. Sinds de eerste Verantwoordingsdag in 2000 neemt de hoeveelheid beleidsinformatie toe. Tegelijkertijd laat de bruikbaarheid ervan te wensen over. In departmentale jaarverslagen legt de minister uit waarom de informatie over de effecten en prestaties ontbreekt. Het opleveren van die informatie, het formuleren van de beleidsdoelstellingen en prestaties wordt door de ministeries steeds vaker als een administratieve last gezien die weinig toevoegt aan het debat over begroten en verantwoorden. Dat leidt – met instemming van de Tweede kamer – tot een andere inrichting van de verantwoording.

De vraag wat de resultaten van  rijksbeleid zijn blijft een plaats houden in het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. In casussen wordt onderzocht welke beleidsinformatie beschikbaar is. Ook in het verantwoordingsonderzoek 2015. Daar is de conclusie dat het kabinet minder weet over de resultaten van haar beleid dan wenselijk is. En dat voor de Tweede Kamer het zicht op omvang, uitvoering en effecten van beleidsmaatregelen vaak ontbreekt.

Terugkerende thema’s

Inhoudelijk zien we in zestien jaar Verantwoordingsdag een aantal thema’s terugkeren: de controle- en verantwoordingsstructuren, het inzicht in de overheidsfinanciën en de spanning tussen de rijksrekening en de EMU-relevante uitgaven.

Controle- en verantwoordingsstructuren

Controle- en verantwoordingsstructuren wijzigen als gevolg van het op afstand plaatsen van uitvoering van beleid, bijvoorbeeld omdat het Rijk de beleidsvrijheid van decentrale overheden wil vergroten. Dat speelde in 2005 toen er minder specifieke uitkeringen moesten worden uitgekeerd, en geld van de ministeries gebundeld werd ingezet. Maar ministers bleven individueel verantwoordelijk, een aspect dat de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek 2005 aankaart. Die knellende controle- en verantwoordingsstructuur wordt vaker een thema. In 2007 bij het programma Vernieuwing Rijksdienst. En in 2012 bij het niet goed functionerende controlesysteem voor de besteding van specifieke uitkeringen. Ook Europese controlestructuren vragen aandacht. Zo agendeert de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek 2011 dat in het European Stability Mechanism (ESM), het hulpprogramma aan Europese landen in financiële nood, onvoldoende is geregeld dat er onafhankelijke controle op de effectieve besteding van dat geld plaatsvindt.

Beleid wordt op afstand van het Rijk uitgevoerd. Dat vraagt om nieuwe informatiestructuren en verantwoordingsarrangementen. Dat speelt bijvoorbeeld bij de decentralisaties in het sociaal domein in 2014. Daarbij ontstaan nieuwe vraagstukken rondom het invullen van de opdrachtgevers- en eigenaarsrol van ministeries. Een kwestie die in het dossier pgb-trekkingsrechten speelt.

Toename bezuinigingen en risico’s overheidsfinanciën

Sinds 2000 hebben er grote hervormingen plaatsgevonden. De overheid moest compacter en kleiner worden en de crisis vroeg om ingrijpende maatregelen. Het volgen van het geld dat met al die bezuinigingen gepaard gaat, wordt een thema in het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Tegelijkertijd nemen door de crisis de risico’s voor de overheidsfinanciën toe: tussen 2008 en 2012 verdubbelen de financiële risico’s voor de Staat der Nederlanden. Het is voor de Algemene Rekenkamer aanleiding de maatregelen die in het kader van de kredietcrisis zijn genomen te monitoren, de discussie over de verbetering van de staatsbalans op gang te brengen en te monitoren hoe aan de bezuinigingen invulling wordt gegeven.

Spanning tussen Rijksrekening en EMU- relevante uitgaven neemt toe

Steeds meer beleid wordt buiten de rijksdienst uitgevoerd. Den Haag komt daarmee verder af te staan van de burger. Dat vertaalt zich in discussies over informatiearrangementen en controle- en verantwoordingsstructuren. Discussies die veraf lijken te staan van het doel van de beleidsterreinen. Het vertaalt zich ook in het ontbreken van aansluiting tussen de Rijksrekening en de EMU-relevante uitgaven. Voor het parlement staan de EMU-relevante uitgaven centraal. Dat wil zeggen, ze staan centraal in veel debatten, maar niet in de Rijksrekening. Dat wringt in toenemende mate. Deze ontwikkeling leidt ertoe dat de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek verder kijkt dan de Rijksrekening. Wat betekent het hoge niveau van rechtmatigheid in de praktijk van de uitvoering? Krijgt de burger waar voor zijn geld? En wie gaat eigenlijk waar over? Het zijn vragen die steeds relevanter worden.

Bedragen in miljarden euro.

Lessen voor de toekomst

Verantwoorden is terugkijken naar de tijd die achter ons ligt en daar lessen uit trekken voor de toekomst. Wat mij betreft is een belangrijke les dat bovenstaande thema’s  aangeven dat er sprake is van structurele veranderingen in de bedrijfsvoering. Want niet langer staat de vraag centraal wat de oorzaak is van grote problemen, maar wat daarvan de consequenties zijn. Daarbij gaat het om strategische wendbaarheid (agility) en toekomstbestendigheid van publieke organisaties. Het onderzoeksinstrumentarium van de Algemene Rekenkamer is daar nog niet op ingericht. De jaarverslagen van de ministeries ook niet. Tijd voor een herijking.

Dr. Ellen van Schoten RA leidt als secretaris de ambtelijke organisatie van de Algemene Rekenkamer.