Skip to main content

VNG organiseert PraktijkVoorbeeldenParade Sociaal Domein

VNG organiseert de PraktijkVoorbeeldenParade om geleerde lessen en behaalde resultaten door gemeenten en hun inwoners ten aanzien van de transformatie in het sociaal domein te kunnen delen.

In het najaar van 2018 organiseert de VNG, in samenwerking met de Werkplaatsen Sociaal Domein en ZonMw voor de eerste keer de PraktijkVoorbeeldenParade Sociaal Domein. Drie regionale dagen waarin gemeenten en hun partners een podium krijgen om aan elkaar te laten zien wat zij waarmaken.

Op het programma staat onder meer:

  • Bewustwording bij intergenerationele problematiek
  • Innovatieve zoektocht naar laaggeletterden
  • Aanpak Kindermishandeling: kracht van regionaal samenwerken
  • Doorbraak, snel woonruimte zonder bureaucratie!
  • Buddyproject van o.a. uitkeringsgerechtigden en eenzame ouderen
  • Integrale aanpak MBO-studenten psychische problemen

Wanneer?

24 september in Rotterdam

1 oktober in Eindhoven

8 oktober in Zwolle

Aanmelden

PraktijkVoorbeeldenParade

Uitnodiging; bijeenkomst RVO-ECN – 5 juli 2018

Geachte heer/mevrouw,

Door de klimaatafspraken in Parijs, de Nederlandse plannen om het gebruik van aardgas sterk terug te dringen en door het doel in het regeerakkoord om de broeikasgasemissies in 2030 met 49% terug te brengen, staat de energietransitie meer dan ooit in de belangstelling. Eén van de belangrijkste manieren om de doelen te halen is energiebesparing.

Er is al veel informatie beschikbaar over de voortgang van energiebesparing en besparingsbeleid EU-lidstaten, ook al is dit misschien nog niet bij iedereen bekend. Daarom organiseren RVO en ECN op 5 juli een bijeenkomst over Odyssee-Mure, een Europees project dat het gebruik van energie en energiebesparing per land en per eindgebruikssector in kaart brengt en een overzicht en analyse biedt van energiebesparingsbeleid. De website (http://www.odyssee-mure.eu; voor sommige secties is registratie nodig) biedt een veelheid aan mogelijkheden om ontwikkelingen in beeld te brengen en landen en sectoren te vergelijken.

Wij nodigen U uit voor de bijeenkomst op 5 juli van 14:00 tot 17:00 bij RVO in Den Haag om zo geïnformeerd te worden over de beschikbare kennis en gegevens over energiebesparing. In de bijlage treft u het voorlopige programma aan.

Stuur de uitnodiging vooral door naar andere mogelijke geïnteresseerden binnen uw organisatie. We horen ook graag vooraf welke vragen of specifieke interesses u heeft, zodat we daar tijdens de bijeenkomst zo mogelijk op in kunnen gaan.

Aanmelden, inclusief vermelding van eventuele vragen en interessegebieden, kan door een bevestiging op deze uitnodiging te sturen email naar essec@tno.nl

Hopelijk tot dan!

Met vriendelijke groet,

Joost Gerdes (ECN part of TNO) en Martijn Verdonk (RVO)

Let op: voor toegang tot het RVO gebouw is een geldig legitimatiebewijs nodig. Zonder legitimatiebewijs wordt u niet toegelaten! De Rijkspas is ook een geldig legitimatiebewijs.

Tussentijdse rapportage kennisprogramma ‘Vakkundig aan het werk’

Vakkundig aan het werk stelt budget beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek in het sociaal domein.

De brochure 'Werk in uitvoering' bevat een verslag van de resultaten van de eerste twee jaar van het programma. Het programma financiert wetenschappelijk onderzoek zodat het sociaal domein gebruik kan maken van nieuwe toepasbare kennis om de dienstverlening te verbeteren.

Hoofdonderwerpen van onderzoek zijn: re-integratie; methodisch werken; schuldhulpverlening en armoedebestrijding; integraal werken en vergunninghouders.

In de brochure staat een aantal artikelen die eerder geplaatst zijn in het online magazine 'Trots op je vak' van Divosa en een aantal columns uit het blad Sociaal Bestek.

Meer informatie over het programma 'Vakkundig aan het werk' vindt u hier.

VNG publiceert concept roadmap invoering Omgevingswet

De roadmap Invoering Omgevingswet voor gemeenten geeft de samenhang weer tussen de hoofdsporen wetgeving, kerninstrumenten, digitalisering en anders werken. Per veranderopgave worden de belangrijkste mijlpalen en te verrichten activiteiten, gericht op datum inwerkingtreding, weer gegeven.

Dit concept wordt de komende weken getoetst op volledigheid en correctheid en wordt deze zomer verder uitgewerkt. Na de zomer wordt de eerste versie gepubliceerd. Daarna wordt de roadmap halfjaarlijks geactualiseerd op grond van nieuwe inzichten, ervaringen en ontwikkelingen.

Meer informatie
Naast de gemeentelijke roadmap bestaat de concept roadmap hoofdlijnen Omgevingswet in samenhang. Die geeft de de samenhang weer tussen wet, kerninstrumenten, DSO-LV en de implementatie hiervan bij Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en andere organisaties. De gemeentelijke roadmap is de verdieping hiervan.

Concept roadmap Invoering Omgevingswet voor gemeenten
Concept roadmap hoofdlijnen Omgevingswet in samenhang
Dossier Omgevingswet op site VNG
Voor gemeentesecretarissen: stand van zaken Omgevingswet

Frank Galesloot publiceert discussiestuk ‘De verhouding van de rekenkamer t.o.v. de interne organisatie’

Frank Galesloot (bedrijfseconoom, registeraccountant en auditor) is sinds 2006 in de wereld van de gemeentelijke rekenkamers actief, met name in Hoogeveen, Heerenveen, Enschede en Almelo.

Met het stuk 'De verhouding van de rekenkamer t.o.v. de interne organisatie' probeert Frank de discussie binnen de NVRR te entameren over hoe rekenkamers zich verhouden tot het bestuur, de gemeentelijke of de provinciale organisatie en hoe ze daarmee samenwerken. 

Frank stelt dat gemeentelijke en provinciale rekenkamers weliswaar buiten de organisatie staan, maar zich daar niet afzijdig van hoeven te houden. Hij spoort rekenkamers aan om een oordeel te hebben over de ambtelijke organisatie en de checks and balances daarin.

Het stuk kan gelezen worden als een handreiking voor rekenkamers om samen te werken in een proces van wederzijdse afstemming en met respect voor de verschillende rollen. Het biedt rekenkamers algemene kennis van dit soort organisaties en een vertaling naar de eigen praktijk: hoe werkt het in onze gemeente of provincie.

De NVRR wil discussie op deze site over de verschillende aspecten van rekenkameronderzoek stimuleren en nodigt haar leden daarom nadrukkelijk uit om hun ervaringen en inzichten te delen (u dient hiervoor ingelogd te zijn). De auteur zal deze commentaren met interesse lezen en het artikel – waar nodig – aanvullen.

Raad voor het Openbaar Bestuur: raming bijstandsbudget moet worden aangepast

De raming van het macrobudget voor het bijstandsbudget (BUIG) klopt niet. Tot die conclusie komt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn advies over de financieringssystematiek van de bijstand aan staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gemeenten hebben de afgelopen jaren te maken met grote tekorten op de uitvoering van de bijstand.

Het tekort beloopt ruim 270 miljoen euro in zowel 2016 als 2017. De belangrijkste oorzaak daarvoor is dat bij de raming van het benodigde budget ten onrechte geen rekening is gehouden met het beroep dat statushouders doen op de bijstand. Gemeenten krijgen de kosten hiervan op termijn gedeeltelijk wel terug, maar in het jaar zelf is het budget niet toereikend. In het jaar dat de statushouders instromen financieren de gemeenten de kosten daarvan uit eigen middelen. Daarom vindt de ROB dat de ramingsmethodiek moet worden aangepast.

Ontoereikende omvang budget

De VNG heeft instemming met het Interbestuurlijk programma (IBP) mede afhankelijk gesteld van een oplossing voor dit probleem. De ROB heeft ook advies uitgebracht over het verdeelmodel voor de bijstand voor 2019. De ontoereikende omvang van het budget – bijna 6 miljard euro – vormt echter het belangrijkste probleem.

Prikkelwerking

Het Rijk is verantwoordelijk voor een toereikend budget en een adequate verdeling van het budget voor de bijstand over de gemeenten. Gemeenten zijn vervolgens verantwoordelijk voor een doelmatige uitvoering van de bijstand. De onjuiste raming van het macrobudget ondergraaft de uitgangspunten, het vertrouwen en de beoogde prikkelwerking van het stelsel, aldus de Raad. Gemeenten kunnen bij tekorten immers wijzen op het ontoereikende macrobudget zonder het eigen beleid ter discussie te hoeven stellen.

Grote tekorten bij gemeenten

Gemeenten met een tekort van meer dan 5% kunnen een beroep doen op een vangnetregeling. Over 2017 komen 229 van de 305 gemeenten met een tekort in aanmerking voor dit vangnet. Deze vangnetregeling is echter niet bedoeld om tekorten op het (ontoereikende) macrobudget te compenseren, benadrukt de ROB. Het is bedoeld voor het opvangen van onevenredig grote financiële risico’s, die voortvloeien uit onvolkomenheden van het verdeelmodel en van onverwachte tegenvallers van individuele gemeenten. Het vangnet lost het ontoereikende macrobudget ook niet op. De vangnetregeling wordt immers weer uit het macrobudget betaald. Hogere uitkering gemeentefonds geen oplossing De verhoging van het accres (gemeentefonds) is geen oplossing voor de tekorten op de bijstand. Het kabinet gaat daar impliciet wel vanuit. Met het extra accres zouden gemeenten meer kunnen investeren in participatie en werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder statushouders. Dat leidt tot een daling van het aantal bijstandsgerechtigden en ‘hiermee kan de door gemeenten ervaren problematiek rond het macrobudget bijstand opgelost worden’, aldus het IBP. Een daling van het aantal bijstandsgerechtigden leidt weer tot verlaging van het macrobudget BUIG. Al met al is dit geen oplossing voor de eerdere tekorten en de mogelijke tekortkomingen in de ramingssystematiek.

Toekomstige raming

Voor de toekomstige raming van het macrobudget stelt de Raad twee mogelijkheden voor: Er kan voor nacalculatie worden gekozen, waarbij het macrobudget na afloop van het jaar wordt gecorrigeerd op basis van het tekort of overschot van alle gemeenten. Een variant waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met niet-conjuncturele, onbeïnvloedbare, externe effecten zoals de toestroom van statushouders. De voorkeur van de ROB gaat uit naar de tweede variant. Voorwaarde hierbij is dat de grote tekorten op de bijstandsbudgetten van gemeenten over 2016 en 2017 eenmalig door het Rijk worden ‘afgekocht’. Omdat het Rijk bij de bepaling van het macrobudget over die jaren ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de toestroom van statushouders. Meerjarig gezien is de raming van de conjuncturele effecten, op basis van de werkloze beroepsbevolking, voor het bijstandsbudget overigens wel adequaat. Gemeenten kunnen deze schommelingen in het bijstandsbudget zelf opvangen. Wel bepleit de Raad dat het Centraal Planbureau (CPB) de effecten van voorgenomen beleid vooraf toetst. Dat bevordert de objectiviteit en de transparantie en daarmee het vertrouwen in de ramingssystematiek. Als ondanks deze aanpassingen het saldo van de tekorten of overschotten boven de drie procent uitkomt, moeten Rijk en gemeenten bespreken of correctie van het macrobudget nodig is.

Verdeelmodel 2019

In het ROB-advies over het verdeelmodel inkomensdeel Participatiewet 2019 concludeert de ROB dat de voorgestelde aanpassing van het verdeelmodel kan worden ingevoerd. Het model is uitontwikkeld voor zowel de voorspelling van het aantal huishoudens dat bijstand ontvangt, als de prijs van de uitkering die zij gezien de objectieve kenmerken zouden moeten ontvangen.

Lees verder

Verzoek om ROB advies adequate financiering (VNG, april 2018, )

IBP biedt perspectief maar financiën blijven aandachtspunt (Divosa, juni 2018)

Model-Verwerkersovereenkomst ten behoeve van AVG

Op 25 mei jl. is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Wij hebben u eerder geïnformeerd over het aanstellen van een Functionaris Gegevensbescherming. In dit bericht willen wij u verder informeren over de plicht om afspraken te maken met partijen die persoonsgegevens van de rekenkamer(commissie) verwerken.[1]

De AVG verplicht alle organisaties in Europa om op een goede wijze met hun persoonsgegevens om te gaan. Niet meer persoonsgegevens bewaren dan nodig, goed beveiligen en persoonsgegevens alleen gebruiken voor zaken waar een wettelijke grondslag voor bestaat, zijn hier onderdeel van.

Deze verplichtingen gelden ook als gegevens aan een andere partij in beheer worden gegeven, of als een andere partij toegang krijgt tot persoonsgegevens. In dat geval moet de Verwerkingsverantwoordelijke[2] (degene van wie de persoonsgegevens zijn) schriftelijke afspraken maken met de andere partij, de Verwerker. Deze afspraken worden vastgelegd in een Verwerkersovereenkomst.

Omdat de rekenkamer(commissie) een Verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van de AVG bent u verplicht om een Verwerkersovereenkomst te sluiten als u de persoonsgegevens door een ander laat verwerken.

Met dit bericht en de modellen (zie onderaan deze pagina) geven wij een handreiking voor het sluiten van Verwerkersovereenkomsten met externe partijen.

Wat wordt geregeld in de Verwerkersovereenkomst?
In de Verwerkersovereenkomst moet in ieder geval worden geregeld[3]:

  • dat de Verwerker de persoonsgegevens alleen mag verwerken conform de schriftelijke instructies van de verantwoordelijke. In veel gevallen zal hiervoor worden verwezen naar de gesloten dienstverleningsovereenkomst;
  • dat de Verwerker de gegevens goed moet beveiligen. Bij voorkeur wordt hier aangesloten op normen zoals bijvoorbeeld de BIG of de ISO 27001 / 27002 -norm;
  • dat een Verwerker alleen gebruik mag maken van andere Verwerkers voor het behandelen van uw persoonsgegevens (sub-Verwerkers) nadat hij daar van u toestemming heeft gekregen en nadat hij ook met deze Verwerker afspraken heeft gemaakt middels een Verwerkersovereenkomst. De Verwerker blijft ook verantwoordelijk voor de sub-Verwerker;
  • er moeten afspraken gemaakt worden over het borgen van de rechten van betrokkenen (inzage, correctie, verwijdering, e.d.);
  • de Verwerker met ondersteunen bij het uitvoeren van een gegevenseffect-beoordelingen (DPIA);
  • de Verwerker moet de verantwoordelijke informeren in geval van een datalek en passende maatregelen treffen om de gevolgen van het datalek te beperken;
  • er worden afspraken gemaakt hoe de verantwoordelijke de nakoming kan controleren.

Daarnaast maken partijen in veel gevallen afspraken over de (beperking van) aansprakelijkheid.

Verwerkersovereenkomsten van leveranciers
Levert de leverancier een Verwerkersovereenkomst aan? Beoordeel deze dan op de bovengenoemde punten. Let in het bijzonder op:

  • Het geboden veiligheidsniveau. Als er geen norm van toepassing wordt verklaard, welke maatregelen worden dan wel genomen?
  • De omvang van de aansprakelijkheid, wordt deze volledig of grotendeels uitgesloten?
  • De termijn waarbinnen u geïnformeerd wordt in geval van een datalek. Wij adviseren een termijn van 24 uur, maar maximaal 36 uur;

Wanneer wel een Verwerkersovereenkomst en wanneer niet?
Het op orde brengen van Verwerkersovereenkomsten is soms ingewikkeld. Niet met alle partijen die persoonsgegevens van u ontvangen hoeft namelijk een Verwerkersovereenkomst te worden gesloten.

Partijen zijn met deze informatie snel geneigd om met alle partijen aan wie zijn gegevens ter beschikking stellen Verwerkersovereenkomsten te sluiten. Dit is niet in alle gevallen nodig.

Een externe partij kan namelijk ook “ontvanger” zijn van persoonsgegevens in plaats van Verwerker. Denk aan de rekenkamer die gegevens van leden of medewerkers verstrekt aan een opleidingsinstituut ten behoeve van een te volgen opleiding. Het opleidingsinstituut heeft de gegevens nodig voor haar dienstverlening (het bieden van een opleiding/training aan de leden of medewerkers en wellicht het verstrekken van een certificaat of diploma). Het opleidingsinstituut is hiermee zelfstandig verantwoordelijk.

Omdat de ontvanger zelfstandig verantwoordelijk is en dus niet handelt op instructie van de Verwerkingsverantwoordelijke hoeft er geen Verwerkersovereenkomst te worden gesloten.

Ook met externen hoeft niet altijd een Verwerkersovereenkomst te worden gesloten. Als  stagiaires, uitzendkrachten, payroll-medewerkers of gedetacheerde krachten feitelijk meewerken als medewerkers op de infrastructuur van de Verwerkingsverantwoordelijke, dan is er sprake van “intern beheer”. Een Verwerkersovereenkomst is dan niet nodig.

ZZP’ers en andere dienstverleners worden vaak aangemerkt als Verwerker. Met hen moet een Verwerkersovereenkomst worden gesloten. In sommige gevallen kan er sprake zijn van “intern beheer”. Twijfelt u of u een Verwerkersovereenkomst met sluiten met een partij? Ga dan in overleg met die partij om de positie ten opzichte van elkaar vast te stellen. Documenteer de overwegingen waarom er uiteindelijk wel- of geen Verwerkersovereenkomst is gesloten. Bij dit bericht is tevens een model-Verwerkersovereenkomst toegevoegd voor dergelijke situaties.

De Verwerkersovereenkomst met de gemeente
In veel gevallen zal de rekenkamer(commissie) gebruik maken van de ICT-infrastructuur van de gemeente waarvoor zij werkzaam is. In dat geval is de gemeente een Verwerker. Maakt u gebruik van een professionele/zelfstandige ICT-dienstverlener, dan kunt u ook de Verwerkersovereenkomst van de dienstverlener opvragen en toetsen.

Bijgevoegde modellen
Bijgaand vindt u:

  • Een aangepaste modelovereenkomst op basis van de Informatie Beveiligingsdienst sept. 2017;
  • Een modelovereenkomst voor gebruik van de gemeentelijke ICT-infrastructuur;
  • Een modelovereenkomst bedoeld voor samenwerking met kleine partijen.

[1] Iedere handeling met een persoonsgegeven is een verwerking. Dus denk aan: Opslaan, aanpassen, controleren, verwijderen, enz.
[2] Juridisch gezien: degene die het doel en de middelen van de verwerking bepaalt
[3] artikel 28 lid 3 AVG

‘Gronddossier Palmen’ – Rekenkameronderzoek voor een diep verdeelde gemeenteraad

Rekenkamercommissie Brunssum heeft een onderzoek uitgevoerd naar het zogenoemde ‘gronddossier Palmen’. Dat betreft een privaatrechtelijk geschil over een stuk grond dat vanaf 1976 tussen de burger Jo Palmen en de gemeente Brunssum speelt. Het ‘gronddossier’ kreeg een politieke lading, omdat het een rol ging spelen in de risicoanalyse rond de benoeming van raadslid Jo Palmen tot wethouder op 10 oktober 2017. Daarover ontstond een felle controverse tussen oppositie- en coalitiepartijen, die respectievelijk tegen en voor de wethoudersbenoeming waren.

Rekenkamer(commissie)s hebben de taak om onderzoek te doen naar de effectiviteit, efficiëntie en rechtmatigheid van het door de overheid gevoerde beleid. Het behoort niet tot het takenpakket van een rekenkamercommissie om onderzoek te doen naar een privaatrechtelijk geschil tussen een burger en de overheid. Daar is een rechter voor. De rekenkamercommissie bemoeit zich over het algemeen niet met een risicoanalyse van wethouders. Ook houdt een rekenkamercommissie zich bijna nooit bezig met politiek zeer gevoelige dossiers in de context van een verdeelde raad. De rekenkamercommissie doet haar werk voor de gehele raad. In deze casus speelde ook het feit mee dat er raadsleden zitting hebben in de rekenkamercommissie van Brunssum. De (on)wenselijkheid van het lidmaatschap van raadsleden in rekenkamers is nog een open vraagstuk in rekenkamerland en in de politiek.

Voor Etienne Lemmens, bestuurslid NVRR, voldoende reden om deze casus in een artikel uit te werken en te publiceren via beleidsonderzoekonline.

NVRR zoekt netwerkondersteuner

De NVRR zoekt een netwerkondersteuner die in 2018 het bestuur kan helpen helpt bij het verder uitbouwen van actieve netwerken in de vereniging waarbinnen samenwerking, informatiedeling, kennisspreiding en aandacht voor kwaliteit vanzelfsprekend is. In de vereniging bestaan nu al kringen. Veel zijn geografisch, maar niet allemaal*. 

Taak

Van de “netwerkondersteuner” verwachten we een structurele uitbouw van de kringen, zodat iedere rekenkamer(commissie) een natuurlijk plek heeft. Daarnaast is het de bedoeling dat er ook concrete ondersteuning wordt gegeven aan kringen, als daar behoefte aan is, en de kringen weer met elkaar worden verbonden tot een goed functionerend netwerk binnen de vereniging waarlangs allerlei informatie soepel kan worden gedeeld en er ook wederzijdse ondersteuning wordt ervaren. Er is ook een aantal concrete thema’s dat bij de samenwerking in kringen onder de aandacht moeten worden gebracht, zoals professionalisering, scholing, kennisdeling en samenwerking bij onderzoek. Er gebeurt op die aandachtsgebieden al veel binnen de vereniging. Maar het is belangrijk dat aanwezige kennis ook actieve kennis wordt van de vereniging en al haar leden.

Competenties

De netwerkondersteuner moet affiniteit hebben met onderzoek, makkelijk contacten kunnen leggen, aan draagvlak kunnen bouwen en goede organisatorische vaardigheden bezitten. Kennis van de rekenkamerwereld is een pre. Het moet geen adviseur zijn, maar een doener die zich ondersteunend op kan en wil stellen.

Omvang 

In 2018 is ongeveer 500 uur beschikbaar. De invulling daarvan kan in overleg.

Procedure 

Naar aanleiding van reacties op deze oproep zullen we met een aantal mensen gesprekken voeren. We verwachten als eerste stap een goed plan van aanpak. In de gesprekken zullen we de belangstellenden vragen om kort de hoofdlijn van hun plan van aanpak uiteen te zetten. Reacties ontvangen wij graag uiterlijk 15 juli 2018 op info@nvrr.nl 

*Informatie over de NVRR-kringen vind je hier: https://www.rekenkamers.nl/kringen

Doe-mee-onderzoek: doe mee in 2019!

Samenwerken kan zorgen voor meer aandacht en daardoor meer doorwerking. Maar samenwerken betekent ook extra inspanningen en de vraag is, zoals altijd, of de kosten wel in verhouding staan tot de baten. We hebben een aantal jaren geprobeerd om landelijk een gezamenlijk project uit te voeren tijdens een zogenaamde “spotdag”. Dat is niet goed gelukt. De deelnemers waren enthousiast, maar er deden relatief weinig rekenkamer(commissie)s mee en de extra opbrengst door samenwerking werd daardoor niet echt geïncasseerd. We hebben dit experiment afgerond. 

Na een pauzejaar gaan we in 2019 toch weer iets organiseren, maar dan anders. In het Doe-mee-onderzoek 2019  willen we nog steeds met zoveel mogelijke rekenkamers en rekenkamercommissies een zelfde onderwerp onderzoeken, maar met weinig centrale sturing. We willen opzet, planning en inbedding van het onderzoek overlaten aan rekenkamer(commissie)s zelf. Inspiratie en meer intensieve samenwerking kunnen rekenkamers als daar behoefte aan is vinden in hun eigen bestaande samenwerkingsverbanden zoals de kringen of regionaal overleg.

Wil het slagen moet het project weinig beslag leggen op het onderzoeksbudget van een rekenkamer(commissie). We hebben daarom gezocht naar een behapbaar onderwerp, dat nuttig is voor een gemeente en in potentie landelijke uitstraling kan hebben. We denken dat gevonden te hebben in de taak die de gemeente sinds de transitie van het sociaal domein heeft om in haar beleidsplan WMO aandacht te besteden aan de rechten van gehandicapte personen. Artikel 2.1.2 h van de WMO stelt dat gemeenten dit moeten doen conform het internationale Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. In de meest minimale variant kan het onderzoek zich beperken tot het opvragen van de plannen en activiteiten van de gemeente op dit punt om die vervolgens te toetsen aan het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Vanuit de vereniging willen we op basis van het verdrag een template maken voor een toetsingskader. Er is contact met het College voor de Rechten van de Mens en daar is zekere interesse in het onderwerp en bereidheid om mee te denken over bijvoorbeeld het toetsingskader. Wellicht kan de vereniging ook nog enige ondersteuning (onderzoekscapaciteit) beschikbaar stellen en we zullen ook aan het eind van het jaar een samenvattend rapport maken. We komen later met meer informatie, maar nu alvast een oproep om na te denken over hoe dit een plaats kan krijgen in jullie onderzoeksprogramma’s voor 2019. Het kan daarin een klein zelfstandig project zijn, maar natuurlijk ook ingepast worden in een ander project in het sociaal domein. We denken dat als er veel rekenkamer(commissie)s mee doen, de resultaten ook landelijk informatiewaarde zullen hebben. Dus doe mee aan het Doe-mee-onderzoek 2019!