De Algemene Rekenkamer heeft een vervolgonderzoek aangekondigd naar de vraag in hoeverre het stelsel van basisregistraties bijdraagt aan een goede en efficiënte overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven. Onderzocht wordt onder meer hoe gemakkelijk burgers en bedrijven hun eigen gegevens kunnen inzien en corrigeren. Tevens wordt onder de loep genomen of de knelpunten die bij het eerdere onderzoek uit 2014 zijn aangetroffen inmiddels zijn aangepakt en opgelost en wat de belangrijkste resterende knelpunten zijn.
In 2014 bleek bijvoorbeeld dat het doorvoeren van correcties vaak moeizaam verloopt, dat herstel met terugwerkende kracht niet altijd mogelijk is en dat het rechtzetten van onjuiste gegevens bij meerdere overheidsinstanties voor burgers een vrijwel onmogelijke opgave is.
Onderzoeksvragen
In het vervolgonderzoek naar basisregistraties gaat de Algemene Rekenkamer na:
Of de aanbevelingen uit het onderzoek uit 2014 zijn opgevolgd en zo niet wat de belangrijkste resterende knelpunten en verbeterpunten voor de 11 basisregistraties vanuit het perspectief van burgers en bedrijven zijn.
In hoeverre er samenhangende, gebruiksvriendelijke en complete voorzieningen voor inzage, correctie en hergebruik van gegevens zijn voor de 11 basisregistraties.
Het onderzoek zal waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2019 worden afgerond.
De NVRR wordt geleid door een vrijwilligersbestuur bestaande uit zeven leden. Binnen dit bestuur ontstaat een vacature door het aflopen van de termijn van de voorzitter Jan de Ridder en tevens is er een tweetal vacatures ontstaan naar aanleiding van het afscheid van Jeroen Kerseboom en Robert Douma tijdens de ALV van 25 mei jl. De vereniging is daarom op zoek naar nieuwe bestuurders.
Meer informatie leest u in de profielschets algemeen bestuurders.
Meer informatie leest u in de profielschets voorzitter.
De Kinderombudsman start op instigatie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde een onderzoek naar problemen rondom de transitie van de jeugdzorg, als gevolg van de Jeugdwet.
Beide partijen zijn uiteraard van mening dat kinderen recht hebben op de best mogelijke zorg, een van de pijlers in het Kinderrechtenverdrag. Daarom wil de Kinderombudsman weten in hoeverre kinderen sinds de transitie daadwerkelijk de zorg krijgen waar zij recht op hebben.
De Kinderombudsman roept kinderartsen dan ook op om de problemen die zij ervaren én de kinderen die psychosociale hulp te kort komen te melden. Ook zorgen over de toegang tot en de kwaliteit van andere vormen van zorg hoort de Kinderombudsman graag. Na deze eerste inventarisatie zal de NVK met de Kinderombudsman meedenken over de vervolgstappen en vervolgstrategie. De signalen helpen om problemen bij de verantwoordelijke partijen aan te kaarten.
Gemeenten worstelen regelmatig met de vraag voor welke verwerkingen een data protection impact assessment (DPIA) uitgevoerd moet worden en wanneer.
In artikel 35 (Gegevensbeschermingseffectbeoordeling) van de AVG staat beschreven wanneer een DPIA uitgevoerd moet worden. Om meer duiding aan de eisen uit artikel 35 te geven heeft de werkgroep van Europese privacytoezichthouders (WP29) aanvullende kaders opgesteld die ook op de site van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gepubliceerd staan.
De Checklist Data Privacy Impact Analyse (download) is van deze kaders afgeleid. Deze kan als handreiking dienen om te bepalen wanneer het verplicht is een DPIA uit te voeren.
Het Europese Parlement krijgt dit najaar een nieuwe Europese verordening ter bekrachtiging voorgelegd die impact heeft op de Nederlandse dienstverlening vanuit de overheid. Als de verordening in werking treedt moeten Nederlandse overheidsorganisaties hun informatievoorziening in een aantal sectoren en een aantal specifieke diensten toegankelijk maken en vertalen voor EU-burgers en bedrijven uit andere lidstaten. De tekst van de verordening is vorige maand vastgesteld.
Single Digital Gateway
De EU wil de informatievoorziening vanuit de lidstaten aanbieden aan alle EU-burgers en bedrijven via een Europese toegangspoort, de Single Digital Gateway. Deze digitale toegangspoort zal toegang geven tot online-informatie, -procedures en -diensten voor ondersteuning en probleemoplossing. Zo is informatie over wonen, werken en ondernemen in andere lidstaten gemakkelijk te vinden. Uitgangspunt is dat als een procedure beschikbaar is voor een burger of ondernemer van een lidstaat, deze ook toegankelijk moet zijn voor gebruikers uit andere lidstaten. Verder is het ‘Once-Only Principe’ in de verordening opgenomen. Dat wil zeggen dat gebruikers dezelfde informatie slechts eenmaal aan een Europese overheidsdienst hoeven te verstrekken.
Impactanalyse
In Nederland voert momenteel ICTU (ICT Uitvoeringsorganisatie) een Impactanalyse uit naar de gevolgen van de Verordening, in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Veel overheidsorganisaties die diensten aan burgers en bedrijven leveren worden geraakt door deze verordening. In Nederland is de informatievoorziening aan burgers en bedrijven al gedeeltelijk vertaald en een aantal procedures zijn nu al online beschikbaar. In de Impactanalyse wordt ook gekeken welke bouwstenen ons land al beschikbaar heeft om aan de nieuwe verordening te kunnen voldoen.
In mei 2017 heeft de Commissie haar voorstel voor de ontwikkeling van één digitale toegangspoort ingediend. Vorige maand is de laatste versie van de verordening in samenspraak met vertegenwoordigers van de lidstaten en van het Europees Parlement vastgesteld. Het Europees Parlement en de Europese Raad moeten de definitieve versie van de verordening na de zomer formeel bekrachtigen.
Volgende stappen
De verordening geeft alle nationale, regionale en lokale overheden voor de verschillende onderdelen twee tot vijf jaar de tijd om de implementatie voor te bereiden. Binnen twee jaar moeten de centrale overheden hun informatievoorziening aangepast hebben voor EU-burgers en bedrijven. Voor lokale overheden geldt een termijn van vier jaar. Vijf jaar na de inwerkingtreding zijn alle relevante procedures voor EU-burgers en bedrijven toegankelijk en voorzien van vertaalde toelichtingen.
In die vijf jaar moeten de lidstaten daarvoor ook een uitwisseling op gang brengen waarin bewijsstukken onderling worden uitgewisseld: als een burger of bedrijf een aanvraag indient bij een overheidsorganisatie moet de laatste de relevante gegevens bij de lidstaat opvragen waar de aanvrager vandaan komt.
De Nationale ombudsman is begin augustus een onderzoek gestart naar privacy en gegevensuitwisseling binnen overheidsinstanties.
Het doel van het onderzoek is om een beeld te krijgen van wat burgers ervan vinden als overheidsinstanties persoonsgegevens met elkaar delen om betere hulp te bieden. Bijvoorbeeld of mensen het goed vinden dat hun persoonsgegevens worden gedeeld omdat zij (financiële) hulp of een voorziening nodig hebben. Of juist om te voorkomen dat zij in de problemen komen. En wat burgers belangrijk vinden als overheidsinstanties onderling hun persoonsgegevens uitwisselen. Het onderzoek gaat niet over keten overleggen die bedoeld zijn om fraude te bestrijden.
Vragen die in het onderzoek gesteld worden zijn onder meer:
Heeft u ook wel eens meegemaakt dat de overheid, zoals de gemeente of het UWV, uw persoonlijke gegevens deelde met andere overheidsinstanties? Wat vond u daarvan?
Vindt u dat de overheid duidelijk is over de informatie die zij over u deelt met anderen?
Kent u een overheidsinstantie die op een goede manier omging met uw persoonlijke gegevens?
De ombudsman roept burgers op om voor 15 september 2018 te reageren.
De bijstandscijfers zijn onderdeel van de Benchmark Werk & Inkomen die Divosa samen met Stimulansz en BMC Onderzoek beheert.
De Jaarrapportage 2017 is uitgebreid met cijfers uit de periode 2013-2016. Hoe komt het dat de uitstroom uit de bijstand is afgenomen? En hebben gemeenten de afgelopen jaren meer maatregelen opgelegd? Of zijn ze juist minder streng?
In de jaarrapportage komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Volume-ontwikkeling bijstand
In- en uitstroom in de bijstand
Bestandssamenstelling bijstand
Ontheffingen van de arbeidsplicht
Inkomsten uit werk
Loonkostensubsidies
Maatregelen en sancties
Overtreden van de inlichtingenplicht
Het verhaal achter de cijfers: 3 gemeenten aan het woord (Veenendaal, Westfriesland, Oss)
In de afgelopen zeven jaar zijn de gemeente-investeringen sterk gedaald. Het CPB heeft op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Financiën en de VNG onderzocht wat hiervan de oorzaken zijn. Deze CPB Notitie vat de resultaten van dit onderzoek samen. Het plaatst de ontwikkeling van de gemeente-investeringen ook in historisch en internationaal perspectief.
In de periode 2009-2016 zijn de gemeente-investeringen als percentage van het bbp met 40% gedaald, van 1,6% bbp naar 1,0% bbp; in nominale bedragen gaat het om een daling met 27%.
Waarom zijn de gemeente-investeringen gedaald?
Op basis van cijfers over inkomsten en uitgaven van gemeenten, cijfers over baten en lasten van gemeenten, cijfers over de vastgoedmarkt en interviews met zes gemeenten is gekeken welke factoren een verklaring kunnen bieden voor de daling van de gemeente-investeringen sinds 2009. Minder vraag naar gemeente-investeringen door de crisis op de vastgoedmarkt en minder rijksbijdragen komen hieruit naar voren als belangrijkste oorzaken; de economische crisis vanaf september 2008 speelt hierbij een duidelijke rol als achterliggende factor.
Momenteel vindt een consultatie plaats over het wetsvoorstel Verbetering lokale rekenkamers. Tot 1 augustus mag iedereen reageren via de zogenaamde internetconsultatieronde. We weten dat verschillende rekenkamers en rekenkamercommissie dat al hebben gedaan.
De NVRR is formeel gevraagd om te reageren voor 1 september. Op dit moment formuleren wij als bestuur onze reactie. Daarbij volgen we de lijn die eerder in de vereniging is afgesproken en ook is neergelegd in een brief (november 2015) van de vereniging aan de minister. Anders dan in die brief reageren we als bestuur ook uitgebreid en zorgvuldig op de voorstellen rond onze bevoegdheden. Dat kost tijd en gezien de vakantieperiode verwachten we onze reactie half augustus af te ronden.
Zodra we onze officiële reactie versturen, zetten we deze ook op de NVRR-website. De leden worden daarvan via een mailing op de hoogte gesteld.
De Raad van State heeft uitspraak gedaan over de vertrouwelijkheid van interviewverslagen die in opdracht van de rekenkamercommissie worden opgesteld. In het kader van de WOB hoeven die niet openbaar te worden gemaakt. Dit alles naar aanleiding van het verzoek van de het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen om afschriften te verstrekken en verslagen van de interviews die zijn gevoerd door onderzoeksbureau Pro Facto in opdracht van de rekenkamercommissie De Ronde Venen over de verhouding tussen de raad en het college, waarbij de focus ligt op de besluitvorming over de mogelijke samenwerkign van De Ronde Venen met Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel.
Wij gebruiken cookies om onze website en onze service te optimaliseren.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
0
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
0
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.