Skip to main content

NVRR zoekt onderzoeker(s)

NVRR zoekt onderzoeker(s) beleidsscan toegankelijkheid sociaal domein

Gemeenten zijn verplicht om in hun beleid aan te geven hoe zij in het sociaal domein uitvoering geven aan het VN-verdrag Handicap. In samenwerking met het College voor de Rechten van de Mens stelt de NVRR lokale rekenkamers in staat om op een laagdrempelige manier in kaart te brengen of gemeentelijke beleidsplannen voldoen aan deze verplichting. Dit gebeurt door het uitvoeren van een ‘doe mee-onderzoek’. Rekenkamers kunnen hiervoor het beleid in hun gemeente opvragen en laten toetsen. Vragen die hierbij beantwoord worden zijn onder andere:

  • Heeft de gemeente sinds juli 2016 in haar beleid opgenomen hoe zij in het sociaal domein invulling geeft aan het VN-verdrag Handicap?
  • Is hiervoor één integraal plan (een sociale inclusie agenda) opgesteld?
  • Wordt in het beleid van de gemeente expliciet verwezen naar het VN-verdrag handicap? En zo ja, hoe?
  • Hoe zijn de rechten en verplichtingen uit het VN-verdrag hierin meegenomen?
  • Zijn mensen met een beperking betrokken bij het opstellen van het beleid? En zo ja, hoe?

Voor het uitvoeren van deze beleidsscan is de NVRR op zoek naar één of twee onderzoekers. De beleidsscan moet rekenkamers in staat stellen om hun gemeenteraden te informeren over dit onderwerp en hoe het beleid zich verhoudt tot andere gemeenten. Daarnaast zal het College voor de Rechten van de Mens de resultaten op landelijk niveau gebruiken ten behoeve van zijn taak als toezichthouder op de naleving van het verdrag. Naar verwachting nemen 40 gemeentelijke rekenkamers deel aan het onderzoek.

Werkzaamheden

  • Opstellen definitief toetsingskader en rapportageformat.
  • Toetsen van een groot aantal beleidsdocumenten op de bepaling uit het VN-verdrag Handicap en het ontwikkelen van aanpak hiervoor.
  • Het opleveren van een beknopte landelijke eindrapportage.

Wat vragen wij?

  • Ervaring met documentenstudie en het op hoofdlijnen toetsen van een groot aantal beleidsdocumenten.
  • Kennis van de gemeentelijke beleidstaken in het sociaal domein.
  • Bij voorkeur: bekendheid met rekenkameronderzoek en gemeentelijk beleid ten aanzien van toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

Wat bieden wij?

  • De NVRR kan inhoudelijke en praktische ondersteuning bieden, bijvoorbeeld bij het opvragen van de documenten en opleveren van de resultaten aan de lokale rekenkamers.

De werkzaamheden worden in april-juli uitgevoerd.

Meer weten?

  • Meer informatie over het doe mee-onderzoek is te vinden in de nieuwsbrief van de NVRR en op de website van de VNG wordt nader ingegaan op de rol van gemeenten bij de uitvoering van het VN-verdrag Handicap.
  • Voor meer informatie over deze opdracht kunt u contact opnemen met Geerten Kruis (0615943793) of Etienne Lemmens (0611226755).

Reageren op deze opdracht?

  • Een korte motivatiebrief met CV(-‘s) kunt u tot uiterlijk maandag 8 april versturen naar doemee@nvrr.nl.

Rekenkamers bij waterschappen

Op 20 maart zijn de waterschapsverkiezingen. Net als provincies en gemeenten zijn waterschappen een volwaardig overheidsorgaan. Met een eigen democratisch gekozen algemeen bestuur. Voor provincies en gemeenten is er een wettelijke verplichting om een rekenkamerfunctie te hebben. Waterschappen kennen deze plicht niet.

Een rekenkamer kan gevraagd en ongevraagd onderzoek doen naar alle onderwerpen waar het waterschap voor verantwoordelijk is. Rekenkameronderzoek heeft vaak het karakter van een evaluatie: in beeld brengen hoe het is gegaan en aanbevelingen doen over hoe het beter kan. Leden van rekenkamers zijn veelal onafhankelijk en in staat om kwalitatief onderzoek uit te (laten) voeren. Van de 21 waterschappen in Nederland zijn er 12 die er voor hebben gekozen een rekenkamerfunctie in te richten.

De waterkring van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en rekenkamercommissies, is een samenwerkingsverband van rekenkamercommissies bij waterschappen. De Waterkring ijvert voor een wettelijke verplichting in de Waterschapswet voor een rekenkamerfunctie bij waterschappen. De Waterkring organiseert op vrijdag 22 november van 10.30 – 15.00 uur een netwerk-en kennisbijeenkomst voor geïnteresseerden.

Wilt u meer weten over de rekenkamers bij waterschappen bekijk dan de video:

De rekenkamerfunctie bij waterschappen from Worldvisuals Film on Vimeo.

Verkrijgen van persoonsgegevens door rekenkamercommissies

Rekenkamercommissie en ontvangen van (bijzondere) persoonsgegevens

De NVRR kreeg een vraag over persoonsgegevens. Wij kunnen ons voorstellen dat er rekenkamercommissies tegen dit probleem aanlopen. Om die reden plaatsen we de vraag en antwoord op onze site.

Het betreft enerzijds de AVG en anderzijds de mogelijkheden voor inzage/gebruik persoonsgegevens voor rekenkameronderzoek (géén bijzondere persoonsgegevens, maar gewoon NAW gegevens). Het betreft de casus waar we geregeld mee te maken hebben, laatstelijk bij het onderzoek naar Meldingen, klachten en bezwaren. Intern wordt een procedure gevolgd voor het verkrijgen van medewerking door inwoners/cliënten, waarbij onderzoeken wekenlange vertraging oplopen. De vraag is welke (toegestane) methode er zou kunnen worden gevolgd om als rekenkamercommissie voortvarender te werk te kunnen gaan.

De bevoegdheden om over de gewenste informatie te beschikken is geregeld in de Gemeentewet (art. 183). In hoeverre valt hieronder ook het opvragen van de nodige persoonsgegevens? Artikel 183 is ook van toepassing verklaard op de rekenkamerfunctie, zoals wij die hebben.

Artikel 183

1. De rekenkamer is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. 

2. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht. 

3. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

Reactie NVRR

De rekenkamercommissie heeft twee rechtsgronden om (bijzondere) persoonsgegevens te verwerken. In de eerste plaats is er het publiek belang, zie AVG art 6 lid 1, in samenhang met art 183 van de Gemeentewet. Dat geeft rechtstreeks een grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens (dus de niet bijzondere persoonsgegevens). Een rechtsgrond voor verwerking van bijzondere persoonsgegevens is uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. Volgens artikel 24 van de Uitvoeringswet AVG (UAVG) geldt dat de rekenkamercommissie bijzondere persoonsgegevens mag verwerken voor onderzoek als voldaan is aan een publiek belang, het statistische doeleinden dient, het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk is of een onevenredige inspanning vergt en zodanige waarborgen vergt dat de persoonlijk levenssfeer van betrokkene niet onevenredig wordt geschaad. In de Memorie van Toelichting staat de overweging dat voor de toepassing voor de verwerking van persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk onderzoek ruim moet worden opgevat en bijvoorbeeld ook toegepast onderzoek omvat. Rekenkameronderzoek is toegepast onderzoek.

Aan de AVG-voorwaarden wordt ruimschoots voldaan door de rekenkamercommissie, daar we geen persoonsgegevens maar alleen geaggregeerde gegevens publiceren in openbare rapporten dus er staat ook de verwerking van bijzondere persoonsgegevens niets in de weg.

De NVRR heeft aan de Autoriteit Persoonsgegevens vragen gesteld, die het bovenstaande bevestigen.

Het is voorstelbaar dat de FG nadere waarborgen vraagt in verband met de verwerking van bijzondere persoonsgegevens. Dat zou in een verwerkersovereenkomst ondergebracht kunnen worden tussen gemeente en rekenkamercommissie. Er vanuit gaande dat de rekenkamercommissie een gemeentelijk orgaan is, zou het ook goed kunnen dat de FG de verwerking van bijzondere en gewone persoonsgegevens door de rekenkamercommissie in het verwerkingsregister van de gemeente opneemt. Hetzelfde geldt voor als de rekenkamercommissie onderzoek heeft uitbesteed.

Nog ter aanvulling, het is niet zo dat als er persoonsgegevens door de rekenkamercommissie worden opgevraagd  dat het noodzakelijk  is voor welk doel het dient (nadere motivering dan rekenkameronderzoek). Doel en middelen van de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens zijn aan de rekenkamercommissie voorbehouden. Dus de rekenkamercommissie bepaalt of deze gegevens noodzakelijk zijn. Bovendien is er een verschil tussen persoonsgegevens en bijzondere persoonsgegevens.

Uiteraard dient de rekenkamercommissie er zorg voor te dragen dat de persoonsgegevens niet door derden zijn in te zien en dat in de rapporten geen persoonsgegevens zijn opgenomen, alleen geanonimiseerd en niet herleidbaar.

Rekenkamer Oost wint de Goudvink 2018 met het rapport Handvatten PS voor netwerksturing!

Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 30 november is de Goudvink uitgereikt aan de Rekenkamer Oost voor het rapport Handvatten PS voor netwerksturing, lessen uit het programma Stad en Regio

In het rapport wordt onderzocht welke lessen er getrokken kunnen worden uit de ervaringen met Stad- en Regiocontracten ten behoeve van de kaderstellende en controlerende rol van de Provinciale Staten bij de gebiedsopgaven. 

Het onderzoek richt zich op het democratisch legitieme programma Stad en Regio. De Provinciale Staten (PS) hebben hiervoor kaders gesteld en hebben die kunnen controleren. PS hebben dit echter gedaan vanuit de traditionele sturingsfilosofie (met focus op doelen, middelen en inhoudelijke verantwoording). In het programma wordt veel samengewerkt met partners. Dit vraagt om een andere vorm van sturing, bijvoorbeeld netwerksturing, gericht op het samenwerkingsproces. Omdat hier niet voor is gekozen, is er een overmaat aan verantwoordingsactiviteiten ontstaan en daarmee frustratie en ondanks al deze informatie het gevoel bij PS dat zij weinig grip hebben op het programma Stad en Regio.

De lessen hebben dan ook betrekking op de wijze van sturing en controle binnen netwerksturing en zijn daarmee relevant voor alle programma’s die in samenwerking met anderen worden opgepakt:

1. het maken van een expliciete keuze om een vraagstuk via netwerksturing aan te pakken, inclusief de daarbij behorende consequenties voor de rol van Provinciale Staten en het college van Gedeputeerde Staten.

2. het duidelijk maken wat de provincie wil bereiken met de samenwerking (het speelveld) en

3. het opstellen van ‘spelregels’ waarmee Provinciale Staten zorgen voor waarborgen in het samenwerkingsproces zodat zij op een goede uitkomst kunnen vertrouwen.

De NVRR feliciteert de Rekenkamer Oost met het winnen van de Goudvink.

Genomineerden Goudvink bekend gemaakt

De drie genomineerden voor de Goudvink zijn bekend!

  1. Rekenkamer Utrecht, Hulp bij maatwerk
  2. Rekenkamer Oost-Nederland, Handvatten PS voor netwerksturing
  3. Rekenkamercommissie Soest, Evaluatie Hart van de Heuvelrug

De expertjury gaat aan de slag om te bepalen wie de Goudvink 2018 in ontvangst mag nemen! Net als voorgaande jaren kijkt de jury of alle elementen van een goed rapport aanwezig zijn en wat het effect van het betreffende rapport is en wat heeft de raad/PS met het rekenkamerproduct gedaan?

De expertjury bestaat uit een aantal stakeholders en experts uit het veld van openbaar bestuur, toezicht en wetenschap:

  • Koos Janssen, burgemeester Zeist
  • Peter van der Knaap, directeur/bestuurder Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid Den Haag
  • Klaartje Peters, bijzonder hoogleraar Lokaal en regionaal bestuur, Universiteit Maastricht
  • Peter Peeters, raadsgriffier Brunssum

Benieuwd wie gaat winnen? Kom dan naar het mini-symposium tijdens de ALV op 30 november a.s.!

Utrecht Data School ontwikkelt Ethische Data Assistent

Gemeenten zetten steeds vaker technologieën als algoritmes, blockchain en artificial intelligence in om hun dienstverlening slimmer, sneller en effectiever te maken. Dat brengt nieuwe vragen met zich mee, bijvoorbeeld over ethische kwesties. De Ethische Data Assistent (DEDA) helpt om ethische problemen in dataprojecten te herkennen. 

De Utrecht Data School heeft de Ethische Data Assistent ontwikkeld, kortweg DEDA. DEDA is een model waarmee teams bij de start van een dataproject kunnen nadenken over alle implicaties en mogelijke complicaties van zo'n project. Projectleider en universitair hoofddocent Mirko Tobias Schäfer van de UDS benoemt de voordelen voor gemeenten "Met DEDA zeg je 'wat kan er misgaan en wat doen we dan?" in plaats van "help, we hebben een datalek". VNG Realisatie heeft een licentie om DEDA-workshops aan te bieden.

Al heel wat gemeenten zijn al langs geweest op de databewustzijnsdagen van de Data Science Hub. Projectleider Auke Mollema: 'Met DEDA identificeer je problemen en kun je ze voorkomen. Het ethisch beslismodel 'dwingt' gemeenten om samen hun gedachten te vormen; het dicht de kloof tussen data en beleid.' Gemeente Stichtse Vecht heeft de workshop gevolgd. Beleidsadviseur gegevensmanagement Nadja Wiss: 'Elke gemeente moet vroeg of laat aan slag met datagestuurd werken. De data-awarenessdag is de eerste belangrijke stap.'

Lees meer

Zie volledige artikel in VNG Realisatie e-magazine

Aantal jongeren met jeugdzorg daalt eerste helft 2018

Voor het eerst sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 is het aantal jongeren dat jeugdzorg ontvangt niet verder toegenomen. In de eerste zes maanden van 2018 kregen bijna 337 duizend jongeren jeugdzorg, 11 duizend minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Aantal jongeren met jeugdzorg gedaald

Elk half jaar verzamelt het CBS cijfers over jeugdzorg. Vanaf de eerste helft van 2015 nam het aantal jongeren met jeugdzorg toe van 303 duizend naar 360 duizend in het tweede halfjaar van 2017. In de tweede helft van een jaar worden meer jongeren geholpen dan in de eerste helft. In de eerste helft van 2018 daalt het aantal jongeren met jeugdzorg. Op basis van dit onderzoek is niet duidelijk of de daling het gevolg is van een afnemende vraag naar jeugdzorg of van beleidskeuzes van gemeenten, of dat andere factoren een rol spelen.

Wel meer jongeren onder toezicht gesteld

Het aantal jongeren met jeugdhulp nam toe van 287 duizend in de eerste helft van 2015 tot 336 duizend in het eerste halfjaar van 2017 en 348 duizend in de tweede helft van 2017. In de eerste zes maanden van 2018 daalde dit aantal naar 324 duizend jongeren. Veel minder jongeren werden begeleid door de jeugdreclassering. Hun aantal daalt al langere tijd. In het eerste halfjaar van 2018 daalde het aantal reclasseringsjongeren naar 7,9 duizend. Deze daling past bij de dalende trend van de geregistreerde jeugdcriminaliteit. Het aantal jongeren in de jeugdbescherming is in het eerste halfjaar van 2018 met 175 toegenomen tot ruim 35 duizend. Binnen jeugdbescherming is een tegengestelde trend zichtbaar. Het aantal jongeren uit een gezin met een ondertoezichtstelling steeg licht na een eerdere daling, terwijl het aantal jongeren met een voogdijmaatregel daalde na een stijging in voorgaande jaren.

Grote regionale verschillen

9,5 procent van alle Nederlandse jongeren tot 18 jaar ontving jeugdzorg in de eerste helft van 2018. De meeste jeugdzorgjongeren kwamen uit de vier grote steden. Het percentage jeugdzorgjongeren is het hoogst in gemeenten in het zuiden en midden van Limburg en in het oosten van Groningen en Drenthe. In 292 gemeenten daalde het aantal jongeren met jeugdzorg, in 23 gemeenten bleef het gelijk en in 65 gemeenten nam het aantal jeugdzorgjongeren toe.

Doe mee met ons onderzoek naar gelijke toegang voor mensen met een beperking!

In de eerste helft van 2019 organiseert de NVRR samen met het College voor de Rechten van de Mens een ‘doe mee-onderzoek’ naar de toegankelijkheid van gemeentelijke diensten voor personen met een beperking. Door hier aan mee te doen wordt uw rekenkamer of rekenkamercommissie op een laagdrempelige manier in staat gesteld om de situatie in de eigen gemeente in kaart te brengen en te vergelijken met andere gemeenten. Het College voor de Rechten van de mens gebruikt de samengevoegde bevindingen voor zijn rol als landelijk toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag Handicap.

Rechten van personen met een beperking

Mensen met een beperking doen steeds vaker mee aan de samenleving. Deze ontwikkeling heeft een impuls gekregen doordat Nederland in 2016 het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap heeft geratificeerd. Dit verdrag is een weerslag van de verandering van denken over de positie van mensen met een beperking: het is niet de beperking die mensen belemmert om mee te doen, maar het zijn de drempels in de samenleving die die participatie bemoeilijken. Als bijvoorbeeld een voorlichtingsfilmpje op de website van een gemeente ondertiteld is, kan een slechthorende de informatie ook tot zich nemen. Of als een gemeentelijk zwembad een tillift heeft, kunnen ook mensen met een fysieke beperking aan zwemlessen deelnemen.

Belangrijke rol voor gemeenten

Gemeenten zijn er voor al hun burgers en iedereen moet dan ook de diensten van een gemeente kunnen gebruiken. Met name na de decentralisaties in het sociale domein is de toegankelijkheid van de dienstverlening voor mensen met een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking belangrijker geworden. Er zijn echter signalen dat de gemeentelijke dienstverlening nog veel belemmeringen oplevert voor mensen met een beperking. Belangenorganisaties en ook het College voor de Rechten van de Mens ontvangen klachten over belemmeringen bij het gebruik van voorzieningen. Dikwijls zijn gebouwen niet toegankelijk; informatie is vaak niet leesbaar voor blinden en slechtzienden of te ingewikkeld voor mensen met verstandelijke beperking. Ook ervaren aanvragers van voorzieningen een grote administratieve last omdat zij bij verschillende diensten telkens opnieuw bewijs van hun handicap moeten overleggen.

College voor de Rechten van de Mens

Het College voor de Rechten van de Mens is de landelijke toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag Handicap en rapporteert aan de overheid en aan de Verenigde Naties over de stand van zaken in Nederland. Het College heeft bijvoorbeeld bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 onderzocht hoe toegankelijk de stemprocedure is. Ook heeft het College in 2016 de toegankelijkheid van gemeentelijke websites laten onderzoeken. De uitkomsten zijn gebruikt om met het Ministerie van BZK en met gemeenten in gesprek te gaan over verbeteringen.

Doe mee-onderzoek

Doe mee-onderzoek is de nieuwe naam van de Spotdag die de afgelopen jaren door de NVRR is georganiseerd. Rekenkamers worden hierbij in staat gesteld om met een beperkte inzet van middelen een bepaald onderwerp te onderzoeken. In de komende periode ontvangt u meer informatie over het doe mee-onderzoek en de wijze waarop uw rekenkamer zich hiervoor kan aanmelden. Mocht u daaraan voorafgaand al vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Geerten Kruis (lid van het ontwikkelteam van de NVRR, via doemee@nvrr.nl).

Rijksinspecties van Toezicht Sociaal Domein genomineerd voor innovatieprijs Handhaving en Toezicht 2018

De samenwerkende rijksinspecties van Toezicht Sociaal Domein (TSD) zijn genomineerd voor de innovatieprijs Handhaving en Toezicht 2018. Die nominatie danken zij aan het onderzoek naar de toegankelijkheid van het sociaal domein, waarbij licht verstandelijk beperkte medewerkers werden ingezet als mysteryguests. Ervaringen en adviezen zijn nu gebundeld in de website www.toegangsociaaldomein.nl

De inspecties van Toezicht Sociaal Domein (TSD) onderzochten in 2017 samen met ervaringsdeskundigen vijf gemeenten; Goes, Amsterdam, Weststellingwerf, Utrecht en Winterswijk. Het burgerperspectief stond centraal door inzet ervaringsdeskundigen in alle fase van het onderzoek. Daarbij is nauw samengewerkt met de LFB, de cliëntenorganisatie van en door mensen met een licht verstandelijke beperking. Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben eerst aangeven wat voor hen belangrijk is. Dat waren 6 punten waarop is getoetst. Daarna zijn ze als mystery guest op pad gegaan met hulpvragen. En ze hebben aan de gemeente zelf hun ervaringen verteld.

Uit het onderzoek blijkt dat als mensen met een licht verstandelijke beperking snel face to face contact hebben de toegang tot het sociaal domein vrij goed verloopt, maar dat ze vaak tussentijds afhaken door diverse obstakels zoals; geen reactie op mails of niet teruggebeld worden, te moeilijk taal en te ingewikkelde procedures.

Daarom heeft TSD samen met Stichting Leer Zelf Online de website toegangsociaaldomein.nl ontwikkeld. Op basis van zes punten laat de site zien wat mensen met een licht verstandelijke beperking belangrijk vinden, wat hun ervaringen zijn en hoe de dienstverlening beter kan dankzij handige tips en hulpmiddelen. Voor gemeenten een handreiking om de toegang tot het sociaal domein voor mensen met een licht verstandelijke beperking te verbeteren.

Uit 27 inzendingen is het project genomineerd voor de innovatieprijs Handhaving en Toezicht 2018 van Inspectieraad, beroepsvereniging VIDE en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.

Onderzoek naar (On)gelijkheid in de participatiesamenleving

Een onderzoek getiteld (On)gelijkheid in de participatiesamenleving. Basis van het actieonderzoek zijn interviews met bewoners, mantelzorgers, jongerencoaches, wijkverpleegkundigen, beleidsambtenaren, wethouders, denkers en doeners in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en de Brabantse dorpen Schaijk en Ravenstein.

Vanuit deze praktijk komen de onderzoekers tot vijf aandachtspunten:

  • Het verhaal van wat de participatiesamenleving is en zou moeten zijn, moet veel meer inhoudelijk geladen worden;
  • Duidelijkheid over de rol van de overheid laat te wensen over;
  • De mythe dat iedereen kan participeren moet worden doorbroken;
  • Er kleven keerzijdes aan burgerinitiatieven en
  • Er ontstaan grote verschillen in Nederland

De opzet van de publicatie is om een handreiking te bieden voor de participatiesamenleving.