Hoe zorg je voor publiciteit voor je onderzoek? En hoe belangrijk is dat?
De ene rekenkamer zoekt bewust de publiciteit. De andere geeft dat geen prioriteit. Waarom zou je voor het een of ander kiezen? Wat kan media-aandacht opleveren – en hoe krijg je die? Vier collega’s vertellen.
Voor Gerard Lappee, secretaris van de rekenkamercommissie WVOLV (Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg) is het simpel: het gaat om impact. Zijn rekenkamer organiseerde in 2018 een symposium waarbij ook minister Ollongren aanwezig was, benadert actief de pers en heeft een eigen website en LinkedIn-kanaal. “Wij willen effect hebben, en publiciteit helpt daarbij.”
Zo breed mogelijk aandacht
Eind vorig jaar startte rekenkamercommissie WVOLV een onderzoek naar de handhaving van de energieplicht van bedrijven. Die moeten energiebesparende maatregelen uitvoeren als deze zich binnen vijf jaar terugverdienen. De boodschap toen was: hier is waarschijnlijk winst te halen. Dat werd opgepikt door het Leidsch Dagblad. Lappee: “Zo is nieuwsgierigheid gewekt naar het op te leveren eindrapport.”
Hans Bekkers, tot eind vorig jaar lid van de Nijmeegse rekenkamer én redacteur van Binnenlands Bestuur, vindt het ook belangrijk om zo breed mogelijk aandacht te krijgen. “Natuurlijk werk je voor de raad, maar die zit er uiteindelijk ook voor de burger. We werken aan hetzelfde doel.” Persberichten en stukken voor de raad gaan in Nijmegen altijd tegelijk uit. Met als insteek: wat betekent dit voor de burger. “Net als bij de onderzoeksvraag. Je denkt daar niet pas over na bij het persbericht – dat is te laat.”
Afhankelijk van het onderwerp worden de onderzoeken opgepikt door de pers. Een onderzoek naar veiligheid of de wachtlijsten in de zorg leeft volgens Bekkers meer dan naar de uitvoering van de archiefwet.
Communicatie met de raad
Publiciteit heeft niet voor elke rekenkamer prioriteit. Ook Caroline de Widt van de rekenkamer Emmen ziet dat de pers het ene onderwerp interessanter vindt dan het andere. Onderzoek naar informatiebeveiliging scoorde niet, onderzoek naar afvalverwerking wel. Maar: “Ik merk niet dat het ene onderzoek daardoor meer effect heeft dan het andere. Ik hoor in debatten nooit ‘ik las in de krant dat…’.”
Voor Caroline staat communicatie met de raad op één. “We houden voor hen presentaties bij het uitkomen van onderzoek, maar blijven ze ook daarna voeden. Controllers van de gemeente monitoren of er wat met de aanbevelingen gebeurt. En we vragen elk onderzoeksbureau – al in de offerte – om een quick scan te doen na een jaar. Maar dan nog… raadsleden worden bedolven onder de informatie en de cijfers. Het blijft lastig.”
Bekkers benadrukt eveneens het belang van goede communicatie met de raad. Zijn rekenkamer verzorgt ook bij elk onderzoek een presentatie voor de raad, soms met een klein congres. Dat kan je volgens Bekkers ook prima voorafgaand aan het onderzoek doen. Tijdige betrokkenheid helpt immers ook om uiteindelijk meer doorwerking te hebben.
Belanghebbenden betrekken
Publiciteit zit aan het eind, maar de betrokkenheid begint veel eerder. Dat zegt ook William van Deursen, betrokken bij onder andere de rekenkamers Schiedam-Vlaardingen, Berkelland en Dordrecht. “Bij onze onderzoeken betrekken we nadrukkelijk de buitenwereld, door middel van interviews en interactieve sessies. Het betrekken van belanghebbenden heeft in mijn ervaring meer effect dan het proberen te bereiken van een breed publiek. Bijvoorbeeld in een kleine sessie waar feiten worden uitgewisseld en begrip en inzicht ontstaan.”
Tijdens onderzoeken is Van Deursen terughoudend met informatie naar buiten. Zoals bij een onderzoek naar informatiebeveiliging. “Dan moet je zorgen dat eventuele lekken gedicht kunnen worden, voordat je openbaar maakt waar ze zaten. Het doel is betere beveiliging, dan moet je de publiciteit ook in dat licht zien. Prima om dan na afloop te zeggen: het is inmiddels opgelost.”
Publiciteit als koevoet
Maar Van Deursen geeft toe: soms komt de pers als koevoet goed van pas. In 2004 dacht de stadsarcheoloog van Venlo een middeleeuws Joods badhuis te hebben gevonden. Dat werd uitgegraven en het lokale museum kreeg er een vleugel bij. Kosten: vele miljoenen. De Venlose rekenkamer constateerde later in een onderzoek dat er sprake was van tunnelvisie – niet van een badhuis. Betrokkenen wilden te graag dat het verhaal klopte.
Het gemeentebestuur zat niet op deze conclusie te wachten. “Maar wij moesten ‘m openbaar maken”, zegt Van Deursen, toen betrokken bij de rekenkamer Venlo. “We hebben, na het inlichten van het bestuur, een bijeenkomst georganiseerd voor de pers. Voor publiciteit – en om te zorgen dat de journalisten dan ook meteen het juiste verhaal hadden. Toen was publiciteit zeker welkom.”
Toon en vorm
Hoeveel (of weinig) je ook van publiciteit verwacht, ieder zoekt naar de juiste toon en vorm. Lappee: “Gebruik duidelijke taal, korte zinnen en eenvoudige woorden. Dat vinden ook de raadsleden prettiger. Vat de uitkomsten samen op maximaal drie A4. Ik vind impact belangrijker dan dat alles wordt toegelicht tot twee cijfers achter de komma. Zo hebben we over vorig jaar een infographic laten maken en een kort verslag met veel beeldmateriaal.”
De rekenkamer WVOLV heeft zoals gezegd een website met een eigen domeinnaam. En er is een LinkedIn-kanaal. “Om onze onafhankelijkheid van de gemeente te benadrukken”, aldus Lappee.
Die onafhankelijkheid is een dingetje. De meeste rekenkamers doen zaken met de afdeling communicatie van de gemeente als het gaat om persberichten. De Widt: “Dat is soms lastig. Zij werken voor het college, hun invalshoek is anders. Bij onze aanbevelingen zijn zij geneigd te denken ‘inmiddels doen we dat al’. Maar wij willen dat onze resultaten zonder mitsen en maren worden weergegeven. Daar komen we wel uit, hoor.”
Hoe groot of klein je je doelgroep ook omschrijft, een goed persbericht is de moeite waard, besluit De Widt. “Alleen al zodat iedereen weet dat wij bestaan en dat wij met inhoudelijke, relevante onderwerpen bezig zijn. Zodat mensen met ideeën ons weten te vinden.”
Meer weten
Wil je meer weten over hoe je goed contact houdt met je doelgroepen? Lees dan de tips en voorbeelden uit het Rekenkamerkompas (pag. 9-11). Vragen over de genoemde voorbeelden? Stuur een mail en wij brengen je met de juiste mensen in contact.
Gratis coaching, telefonisch of via videobellen
Worstelt jouw rekenkamer met publiciteit? Of met een andere kwestie? Maak dan nu gebruik van de NVRR-coaching. De NVRR biedt je een gratis coachingsgesprek aan van een uur met een van de makers van het Rekenkamerkompas (wil je langer aan de slag, kan dit natuurlijk op eigen kosten). Dit kan natuurlijk telefonisch of via videobellen. Je bepaalt zelf het onderwerp. Vul het formulier in en wij nemen contact op. Het aanbod geldt tot eind mei, aanmelden kan tot half april.