Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Slecht zicht op kinderen die onverantwoord lang wachten op jeugdzorg

13 maart 2012 – (On)verantwoord wachten op jeugdzorg
Op 1 juli 2011 wachtten bijna 2.974 kinderen langer dan negen weken op de jeugdzorg die voor hen nodig is. Dat langer wachten mag als een Bureau Jeugdzorg vaststelt dat het verantwoord is. Het is echter onduidelijk hoeveel kinderen (on)verantwoord wachten. De rapportages daarover geven te weinig informatie over omvang en ernst van de wachtlijstproblematiek. Het gevolg is dat de politiek onvoldoende geïnformeerd wordt over kinderen die onverantwoord wachten op jeugdzorg. Dit schrijven de Randstedelijke Rekenkamer, de Rekenkamer Amsterdam, de Rekenkamer Den Haag en de Rekenkamer Oost-Nederland in hun gezamenlijke rapport: (On)verantwoord wachten op jeugdzorg.

Achtergrond
Afspraken provincies, stadregio’s en Rijk
De provincies en de stadsregio’s hebben met de voormalig minister voor Jeugd en Gezin afspraken gemaakt over jeugdzorg. Zij zijn overeengekomen dat aan alle kinderen de zorg wordt geboden die nodig is, waarbij:
• aan kinderen bij wie de veiligheid in het geding is en kinderen in crisissituaties direct de geïndiceerde zorg wordt geboden;
• de inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan als dat volgens Bureau Jeugdzorg voor de betreffende jongere inhoudelijk verantwoord is.
Jaarlijks rapporteren de provincies (red. en de stadsregio’s) uiterlijk op 1 oktober aan de minister voor Jeugd en Gezin (red. nu: VWS).
Bron: Afsprakenkader over aanpak jeugdzorg 2010-2011, november 2009

Rapportages geven onvolledig beeld
Van de 2.974 kinderen die langer dan negen weken wachtten op jeugdzorg zijn er 1.583 die al een vorm van jeugdzorg ontvingen, maar deze zorg is niet de volledige of juiste zorg in het licht van de door Bureau Jeugdzorg geïndiceerde zorg. Over deze kinderen wordt niet gerapporteerd of het onverantwoord is dat zij zo lang moeten wachten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kinderen die lang wachten op opname in een instelling en in afwachting daarvan twee keer in de week een gesprek hebben met een jeugdzorgbegeleider.

Vaststelling onverantwoord wachten zeer beperkt
Van de 2.974 kinderen die langer dan negen weken wachtten op jeugdzorg zijn er 1.391 die nog geen enkele vorm van jeugdzorg ontvingen. Bij zes kinderen is vastgesteld dat zij onverantwoord lang wachtten op jeugdzorg. De overige 1.385 kinderen zouden verantwoord langer dan negen weken wachtten. Dit komt doordat er in de meeste provincies en stadsregio’s vanuit is gegaan dat kinderen alleen onverantwoord wachten wanneer de veiligheid in het geding is of er sprake is van een crisissituatie. In de afspraken met het Rijk is echter een expliciet onderscheid gemaakt tussen deze kinderen die direct zorg nodig hebben en kinderen waarvoor het (om andere redenen) onverantwoord is om langer dan negen weken te wachten.

Aanbevelingen
De rekenkamers doen twee aanbevelingen aan de provincies en het Rijk gezamenlijk. De opvolging van deze aanbevelingen moet er voor zorgen dat (a) er geen groepen kinderen buiten beeld raken en (b) er een beter inzicht komt in de aard en ernst van de problematiek van de kinderen die op de wachtlijst voor jeugdzorg staan.

Voor meer informatie kunt u voor stadsregio Amsterdam contact opnemen met de Rekenkamer Amsterdam
(de heer F. Bongaerts of mevrouw Y. Huizinga, tel: 020-5522897, e-mail info@rekenkamer.amsterdam.nl),
voor de provincies Gelderland en Overijssel met de Rekenkamer Oost-Nederland (de heer C. Bruggink,
tel: 0570-665800, e-mail info@rekenkameroost.nl) en voor de overige provincies en stadsregio’s met de Randstedelijke Rekenkamer (de heer A. Wiggers, tel: 020-5818585, e-mail info@randstedelijke-rekenkamer.nl).

Masterclass Rekenkamer – vervolg

Politiek-bestuurlijk samenspel van Rekenkamer en Raad: van spagaat naar verbinding

Begin februari verzorgden Peter Castenmiller en Klaartje Peters onder deze titel een masterclass voor een aantal bestuursleden en secretarissen van rekenkamercommissies en eveneens voor enkele raads- en statenleden. De aanwezigen hebben de bijeenkomst als een zeer nuttige en prettige bijeenkomst ervaren om zich snel en gedegen te kunnen verdiepen in de gewenste positionering en de opgaven van rekenkamers.

Omdat de masterclass in een behoefte voorziet, volgt 21 mei een nieuwe bijeenkomst. De locatie zal in de volgende nieuwsbrief van de NVRR bekend worden gemaakt.

Lees meer…

Het programma bestaat uit inleidingen van Klaartje Peters en Peter Castenmiller. Na deze inleidingen gaan we in gesprek met de aanwezigen over oude en nieuwe werkwijzen die het samenspel tussen Rekenkamer en Raad kunnen versterken.

Meer informatie treft u aan op de site van de Campus Den Haag van de Rijksuniversiteit Leiden: http://www.campusdenhaag.nl/cpl/actueel/masterclass-lokale-rekenkamers.html

Provincie Noord-Holland onderkende financieel struikelblok Wieringerrandmeer veel te laat

Amsterdam, 31 januari 2012 – Eind 2010 besloot de provincie het gebiedsontwikkelingsproject Wieringerrandmeer af te blazen. Bij het realiseren van het project zouden eerst veel kosten gemaakt worden, voordat er opbrengsten zouden binnenkomen. Hierdoor zou tijdelijk geld geleend moeten worden. Al in 2006 wist de provincie Noord-Holland dit. Om welk bedrag het precies ging, is pas medio 2010 berekend. Dit bleek zo’n € 140 miljoen te zijn. Banken wilden dit bedrag alleen verstrekken als terugbetaling gegarandeerd werd. Zowel de provincie, als de andere deelnemende partijen waren hiertoe niet bereid. Vervolgens zochten Gedeputeerde Staten nauwelijks nog naar oplossingen en gooiden de handdoek in de ring. Gedeputeerde Staten kozen daarbij voor een snelle, maar dure afwikkeling.

Het Wieringerrandmeer
Met de aanleg van een randmeer ten zuiden van het voormalige eiland Wieringen wilde de provincie de ruimtelijke kwaliteit van de Kop van Noord-Holland versterken. Na jarenlange voorbereidingen beëindigde de provincie dit project in november 2010. Het project heeft de provincie circa € 28 miljoen gekost. Op verzoek van Provinciale Staten heeft de Randstedelijke Rekenkamer het besluitvormingsproces in de periode 2004-2011 geëvalueerd.

Financiële problemen
In 2008 was er reeds overeenstemming over hoeveel het project moest gaan kosten en welke partij welk aandeel zou betalen. Hoewel de provincie er al in 2006 op gewezen is, werd pas in 2010 besproken wie ervoor zorg zou dragen dat er tussentijds voldoende geld zou zijn om de rekeningen te betalen. Doordat de kosten voor de aanleg van het meer eerder gemaakt zouden worden dan dat er opbrengsten uit de huizenverkoop zouden binnenkomen, zou er tijdelijk zo’n € 140 miljoen geleend moeten worden. Banken vroegen hiervoor een garantstelling van (één van de) partijen. Gedeputeerde Staten waren hiertoe niet bereid. In plaats van naar oplossingen te zoeken, door bijvoorbeeld het project anders te plannen, beëindigden Gedeputeerde Staten in november 2010 het project. Zij kozen daarbij voor een snelle, maar dure afwikkeling. Met een minder eenvoudige afwikkeling had de provincie € 3,7 miljoen en wellicht zelfs € 10 miljoen kunnen besparen. Gedeputeerde Staten hebben deze optie niet besproken met Provinciale Staten.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Wieringerrandmeer gestrand’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op 13 februari 2012 zal het rapport worden behandeld in de Statencommissie Ruimte en Milieu van de provincie Noord-Holland.

________________________________________
Noot voor de redactie, niet voor publicatie: voor meer informatie of toezending van het onderzoeksrapport kunt u per e-mail contact opnemen met de Randstedelijke Rekenkamer, info@randstedelijke-rekenkamer.nl.

Doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente Kollumerland c.a.

De Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân heeft onderzoek verricht naar het subsidiebeleid in de gemeente Kollumerland c.a.. Partners+Pröpper heeft dit onderzoek onder aansturing van de Rekenkamercommissie uitgevoerd. Met dit onderzoek wil de
Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad inzicht geven in de prestaties van gesubsidieerde organisaties om uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente.

Resultaten “De Drie Vragen” over intercollegiaal contact (2011)

In november 2011 heeft de Commissie Kwaliteitszorg in het kader van “De Drie Vragen” weer een korte enquête uitgezet onder de leden van de NVRR. Deze keer om na te gaan hoe de leden denken over intercollegiale contacten. De respons was groot deze keer, 148 leden hebben de enquête ingevuld, oftewel 62% van de leden.

De vormen van intercollegiaal contact waar de meeste respondenten behoefte aan
hebben zijn themabijeenkomsten en workshops (80%), netwerkbijeenkomsten (68%) en de Kringen van de NVRR (52%).

Doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente Dantumadiel

Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân heeft onderzoek laten verrichten naar het subsidiebeleid in de gemeente Dantumadiel. Met dit onderzoek wil de Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad inzicht geven in de prestaties van gesubsidieerde organisaties om uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente.

Masterclass Rekenkamer

Politiek-bestuurlijk samenspel van Rekenkamer en Raad: van spagaat naar verbinding.

Door Campus Den Haag – Universiteit Leiden, i.s.m. dr. Klaartje Peters, drs. Rob Paulussen en dr. Peter Castenmiller

Van lokale en provinciale rekenkamers wordt verlangd dat zij een wezenlijke en zichtbare bijdrage leveren aan de kwaliteit van het bestuur. Daarvoor is meer nodig dan louter het afleveren van gedegen onderzoeksrapporten. Inzicht in het politieke bedrijf, inzicht in de ontwikkelingen in het decentraal bestuur, kennis van de dieper gelegen motieven en belangen van de raad en andere belangrijke spelers zijn eveneens essentieel.

Hoe kunnen rekenkamerleden het evenwicht bewaren tussen een duidelijke afbakening van de eigen rol en onafhankelijkheid aan de ene kant, en het inspelen op de behoeften van de Raad anderzijds? Wat verwachten raadsleden van de rekenkamer? Kunnen rekenkamers en rekenkamercommissies eigenlijk wel aan de verwachtingen voldoen?

Campus Den Haag biedt u een Masterclass waarin deze vragen aan de orde komen en waarbij ook veel ruimte is voor uw eigen inbreng.

Programma

Het programma bestaat uit inleidingen van Klaartje Peters, Rob Paulussen en/of Peter Castenmiller. Na deze inleidingen gaan we in gesprek met de aanwezigen over oude en nieuwe werkwijzen die het samenspel tussen Rekenkamer en Raad  kunnen versterken.

Data & Locatie

De eerste Masterclass vindt plaats op 2 februari 2012 in Den Haag. De bijeenkomst begint om 16.00 uur. Tijdens de bijeenkomst wordt een diner geserveerd. In de maand februari vinden ook elders in het land bijeenkomsten plaats, volgens het volgende schema:

  • 7 februari, Breda
  • 8 februari, Alkmaar
  • 13 februari, Deventer
  • 15 februari, Roermond

Interesse? Meer informatie? Inschrijven? Volg deze link: http://campusdenhaag.nl/cpl/actueel/masterclass-lokale-rekenkamers.html

Doelen conceptbegroting Zuid-Holland voldoende SMART

Amsterdam, 24 oktober 2011 – Beoordeling doelstellingen conceptbegroting Zuid-Holland 2012

Op verzoek van Provinciale Staten (PS) heeft de Randstedelijke Rekenkamer de begroting 2012 van de provincie Zuid-Holland beoordeeld. Centraal stond de vraag in hoeverre de doelen en daarvan afgeleide taken met bijbehorende effect- en prestatie-indicatoren SMART zijn, ofwel specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdgebonden. De provincie heeft driekwart van haar doelen en taken in de begroting gedeeltelijk dan wel volledig SMART geformuleerd. De huidige begroting biedt daarmee voldoende basis voor heldere sturing en verantwoording door Gedeputeerde Staten (GS) op het gevoerde beleid en de hieraan gekoppelde middelen.

Belang van SMART Voor doelen en taken die niet (voldoende) SMART zijn, is het lastig om over de uiteindelijke resultaten op heldere wijze verantwoording af te leggen. Voor de doelen die nog onvoldoende SMART zijn, is het criterium ‘specifiek’ de belangrijkste oorzaak voor de onvoldoende SMART formulering. Bij taken die niet (voldoende) SMART zijn, liggen de oorzaken hiervan meer verspreid over alle criteria. De taken zijn zodanig geformuleerd dat deze over het algemeen de doelen niet meer SMART maken.

Mogelijkheden voor verdere verbetering GS hebben met de uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 in de conceptbegroting 2012 een goede stap gezet naar een document met SMART doelen en taken met daarvan afgeleide effect- en prestatieindicatoren. Op een schaal van 1 tot 10 scoren de doelen en de taken op SMART beide gemiddeld een 7. De Rekenkamer benadrukt dat met relatief eenvoudige maatregelen een flink aantal doelen van gedeeltelijk SMART naar SMART kan worden gebracht. Dit kan met name worden gerealiseerd door de beschrijving van de doelen meer specifiek te maken.

Debat Het nieuwe Hoofdlijnenakkoord is door de vertaling in de doelen en taken in de conceptbegroting ingebed in de planning- en control cyclus. Tevens zijn hiermee de eerste stappen voor een verbeterde verantwoording gezet. De provincie kan nu inhoudelijk discussie voeren over de beoogde doelen en taken uit de begroting 2012 en het ambitieniveau zoals vastgelegd in de bijbehorende indicatoren. Dit zal vanaf eind oktober plaatsvinden in verschillende commissievergaderingen van de provincie Zuid-Holland. Op 9 november vindt de behandeling plaats in de plenaire vergadering van Provinciale Staten.

Over de Randstedelijke Rekenkamer; De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording. Het rapport “Beoordeling doelstellingen conceptbegroting 2012 – provincie Zuid-Holland” is vanaf 24 oktober 2011 te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.