Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Uitkomst “De drie Vragen” – Vergoedingen van externe leden (2016)

Budgetten van rekenkamers en vergoedingen van leden houden de gemoederen al geruime tijd bezig. Vanuit kwaliteitsoogpunt misschien een minder interessant gegeven, maar er zijn signalen dat de vergoedingswijze van leden een drempel opwerpt om zich intensief met kwaliteitsbeleid bezig te houden. Vandaar dat we deze versie van de Drie Vragen richten op de systematiek van vergoedingen.

COLUMN: Pannenkoeken voor de rekenkamer

Kirsten Veldhuijzen is bestuurskundige en coördinerend adviseur van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv).

Lokale rekenkamers bestaan tien jaar. Geen reden voor taart en toeters. Het begon zo mooi: door de dualisering zouden gemeenteraden alleen nog op hoofdlijnen besturen. Er kwamen rekenkamers voor inzicht in uitvoering en maatschappelijk effect van beleid. Zo’n feest van checks and balances is het (nog) niet. Recent onderzoek wijst uit dat het met de waardering voor rekenkamerrapporten wel goed zit, maar dat budgetten dalen en de doorwerking achterblijft. 

Gemeenteraden zijn het boegbeeld van de lokale democratie. Die verandert in hoog tempo en het maatschappelijk en financieel belang van lokaal bestuur neemt toe. Regionalisering, 10 miljard euro sociaal geld dat zich alleen nog lokaal laat verantwoorden, de naderende Omgevingswet: naast mega-welzijnswerker wordt de gemeente ook afstemmingsfabriek ‘fysiek’. Selfiedemocratie en co-creatie illustreren: de publieke zaak is een met velen gedeelde taak.

Lees de volledige column hier >>

Nieuwe duo voorzitter Landelijke Kenniskring

Nico Op de Laak is onlangs aangetreden als duo-voorzitter van de Landelijke Kenniskring. Hij vervangt Ronald Hoekstra die een andere baan heeft aangenomen.

De voorzitters van de Landelijke Kenniskring zijn nu Nico Op de Laak en Tineke van den Biggelaar. De Kenniskring heeft als doel kennisdeling tussen rekenkamer(commissie)s, collegiale uitwisseling en onderlinge afstemming.

De volgende bijeenkomst van de Kenniskring vindt plaats op 15 september a.s. vanaf 10.00 uur in Utrecht.

TSD roept gemeenten op de lokale rekenkamer(-functie) in te richten

Op 25 februari publiceerde de Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD) de Vierde rapportage TDS: Eén Sociaal domein.

Hierin constateert TDS dat gemeenten midden in het proces zitten om ruimte af te tasten, om verbindingen te leggen, om alle instrumenten die lokaal beschikbaar zijn en die burgers ondersteunen bij het oplossen van belemmeringen, in een logisch verband te brengen. Bezig dus met het verkennen en inrichten van dat éne sociaal domein. Dit proces moet de ruimte krijgen en mag niet worden beknot door evaluaties op deelterreinen of door de agenda van een Tweede Kamercommissie. De boodschap van deze vierde rapportage is dan ook: Er is één sociaal domein! Handel daarnaar

De TSD is van mening dat  de ‘stelselvragen’ – in hoeverre burgers daadwerkelijk zorg en ondersteuning van voldoende kwaliteit ontvangen – in de eerste plaats op lokaal niveau gesteld en beantwoord moeten worden. Daarbij zou het uitgangspunt voor de toetsing het (integraal) gemeentelijk kader en de gemeentelijke aansturing moeten zijn. Niet omdat dit is ingegeven door de wet, maar omdat het aansluit bij de doelstellingen van de decentralisaties.

De gemeenteraad heeft een belangrijke taak, die naar mening van TSD nog onvoldoende wordt ingevuld. In dat kader roept TSD gemeenten op de lokale rekenkamer(-functie) in te richten, met een heldere opdracht, ter ondersteuning van goed toezicht in het sociaal domein.

Lees het volledige rapport >>>

Meer aandacht nodig voor veiligheid en gezondheid bij publieksevenementen – rol voor de rekenkamer?

De Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg  publiceerden onlangs het  rapport “Meer aandacht nodig voor veiligheid en gezondheid bij publieksevenementen”.   Wellicht ook voor u als gemeentelijke rekenkamer van belang gelet op de rol die verschillende rekenkamers in gemeenten hebben genomen om het proces door te lichten en de rechtmatigheid te toetsen.

Het rapport is het derde onderzoek naar veiligheid en gezondheid bij publieksevenementen. Aanleiding voor dit vervolgonderzoek zijn de bevindingen en conclusies van de eerdere onderzoeken in 2008 en 2012. In het vervolgonderzoek hebben de Inspecties zich met name gericht op het gemeentelijk proces rondom het verlenen van evenementvergunningen. Daarbij hebben zij vooral gekeken naar de beheersing van risico’s voor de veiligheid en gezondheid in het beleid, bij de vergunningverlening, tijdens het toezicht en de handhaving, en na afloop van het evenement bij de evaluatie.

Op basis van de resultaten van dit nieuwe onderzoek en de vergelijking met de resultaten van het inspectieonderzoek van 2012 stellen de Inspecties vast dat de gemeenten nog steeds veel stappen hebben te zetten. De Inspecties begrijpen dat publieksevenementen voor een gemeente meerdere belangen kunnen dienen. De Inspecties zijn van oordeel dat ongeacht deze belangen de aandacht van veel gemeenten meer moet komen te liggen op de veiligheids- en gezondheidsrisico’s bij alle publieksevenementen. Alleen dan kunnen de gemeenten voorkomen dat burgers onnodig risico lopen.

De Inspecties hebben voor de gemeenten een aantal aanbevelingen. Aanbevelingen die in de ogen van de Inspecties van belang zijn bij het versterken van de regierol  van gemeenten en om te komen tot een betere sturing op de realisatie van veilige en gezonde publieksevenementen. De Inspecties geven de aanbeveling om:

  • in het beleid voor de veiligheid en de gezondheid bij publieksevenementen te beschrijven welke doelstellingen de gemeenten willen bereiken, welke afwegingen bij het beperken van risico’s worden gemaakt en wat de rol en verantwoordelijkheid van de organisator is.
  • bij de beoordeling van de vergunningaanvragen gebruik te gaan maken van aangescherpte instrumenten en een integraal advies van de hulpverleningsinstanties en/of de veiligheidsregio.
  • de opgedane kennis en ervaringen in het belang van een betere veiligheid en gezondheid tussen de afdeling vergunningverlening de afdeling toezicht en handhaving uit te wisselen. De Inspecties onderschrijven wel de functionele scheiding tussen deze twee afdelingen.
  • kwalitatief goede evaluaties van evenementen te houden en de uitkomsten daarvan breed te delen.

Met dit rapport hopen en verwachten de Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg een bijdrage te hebben geleverd aan het verbeteren van de veiligheid en gezondheid bij publieksevenementen, want die evenementen moeten natuurlijk wel leuk blijven!

Het rapport is opgenomen in de bibliotheek van de NVRR >>

Meer aandacht nodig voor veiligheid en gezondheid bij publieksevenementen

Het rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg is het derde onderzoek naar veiligheid en gezondheid bij publieksevenementen. Aanleiding voor dit vervolgonderzoek zijn de bevindingen en conclusies van de eerdere onderzoeken in 2008 en 2012. In het vervolgonderzoek hebben de Inspecties zich met name gericht op het gemeentelijk proces rondom het verlenen van evenementvergunningen. Daarbij hebben zij vooral gekeken naar de beheersing van risico’s voor de veiligheid en gezondheid in het beleid, bij de vergunningverlening, tijdens het toezicht en de handhaving, en na afloop van het evenement bij de evaluatie.

Ontwikkeling van de Rekenkamerfunctie bij Waterschappen

Het doel van het position paper is het geven van een impuls aan de discussie door het informeren
van de (nieuwe) leden van algemene vergaderingen van de waterschappen over de
wenselijkheid van een goede rekenkamerfunctie.

Hoewel de Waterkring voorstander is van een wettelijke inbedding van de rekenkamerfunctie, blijkt
hiervoor binnen de Unie van Waterschappen geen meerderheid te vinden.
De voorkeur van de Waterkring gaat derhalve uit naar het op vrijwillige basis invoeren van de
rekenkamerfunctie en naar het bevorderen dat deze zo goed mogelijk inhoud wordt gegeven.
Ondertussen kan de discussie met inhoudelijke argumenten verder worden gevoerd.

Goudvink 2016 – doet u mee?

De Goudvink is de jaarlijkse prijs van de NVRR. Het doel daarbij is van elkaar te leren en elkaar enthousiast te maken over een bepaalde aanpak of wijze van werken. De winnaar van vorig jaar, Rekenkamer Nijmegen, heeft menigeen geïnspireerd om op een andere manier te kijken naar toegevoegde waarde van de Rekenkamer(functie).

Ook in 2016 wordt er aan het eind van het jaar weer een Goudvink uitgereikt en ook dit jaar bepaalt u als lid van de NVRR wie de prijs wint. Meedoen is eenvoudig, u beantwoordt een vijftal vragen over uw rekenkamerproduct. Dat kan een onderzoek zijn, een werkwijze (denk aan het initiatief van de Burgerwisselspeler in Zeist) of een andersoortig product (Woonlastenmeter van Nijmegen).

Waar kijken we naar bij een eerste beoordeling?

In eerste instantie kijken we met name naar doorwerking, heeft de inspanning van de Gemeentelijke Rekenkamer* het 'verschil' gemaakt, intern of extern. Maak dat expliciet in uw beantwoording. Daarnaast kijken we wat anderen kunnen leren van hetgeen u heeft gedaan.

Wat is nog meer van belang?

Uit het proces in 2015 is ons gebleken dat presentatie ook belangrijk is. Het publiek (uw collega's) willen verleid worden om op uw inzending te stemmen. Dat doet u door een goede inhoud, maar ook een goede 'verpakking' (zie inzending Ronde Venen uit 2015).

Doet u mee?

Beschrijf in maximaal 10 regels om welk product van de rekenkamer(commissie) het gaat, wat de aanleiding was, de eventuele context, en wat van belang is om op voorhand te weten. Beantwoord vervolgens de volgende 5 vragen:

  1. Waaruit blijkt de doorwerking van het rekenkamerproduct? Heeft het gezorgd voor een – feitelijke of aannemelijke – verandering van het (toekomstig) beleid en waaruit blijkt dat?
  2. Geef aan hoe de Gemeentelijke Rekenkamer de raad** ondersteund heeft in hun rol en daarmee hun positie heeft verbeterd met het rekenkamerproduct.
  3. Geef aan of en hoe de rekenkamer(commissie) blijk heeft gegeven van eigen initiatief bij de verschillende fases van onderzoek, presentatie en bewerkstelligen van de doorwerking.
  4. Wat zijn de sterke punten uit het rekenkamerproduct, of waar bent u trots op?
  5. Wat zijn de leerpunten waar anderen ook profijt van kunnen hebben?:

Uw inzending, maximaal twee A4 (vormvrij), stuurt u  vóór 1 juli 2016 per mail toe aan de NVRR.

Kijk voor de inzendingen op de shortlist de Goudvinkpagina op onze website >>

 

* Verzamelnaam voor alle gemeentelijke rekenkamerfuncties, ongeacht samenstelling. Uiteraard kan hier ook gelezen worden Provinciale Rekenkamer, de Rekenkamerfunctie van een Waterschap of  de Algemene Rekenkamer

** Verzamelnaam voor de volksvertegenwoordiging, ongeachte de vorm. Uiteraard kan hier ook gelezen worden Provinciale Staten, de algemene vergadering van een Waterschap of het parlement.