Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Concept Rekenkamerkompas

Dit Kompas is bedoeld om leden van rekenkamers en rekenkamercommissies van gemeenten,
provincies en waterschappen te ondersteunen bij het sturen op eigen professionaliteit. Elke
rekenkamer of rekenkamercommissie stelt kwaliteitseisen aan het
openbaar bestuur. Dat vereist dat de rekenkamer zelf ook professioneel werkt. Daarnaast is
professioneel handelen natuurlijk ook een belangrijke voorwaarde voor de effectiviteit van de
rekenkamer.

Onderzoek naar Privacy in het Sociaal Domein in Gooise Meren

Privacybeleid in het Sociaal Domein van gemeente Gooise Meren op orde

De gemeente Gooise Meren is op de goede weg met het omgaan met privacygevoelige gegevens van haar inwoners. Het beleid voldoet aan de wettelijk eisen en richtlijnen. Dat blijkt uit een onderzoek dat is gedaan door de Rekenkamercommissie van Gooise Meren. Wel constateert de commissie dat bij de cliëntenorganisaties over het privacybeleid zorgen leven. De commissie beveelt de gemeente aan om hen over dit beleid beter te informeren.

Aanleiding onderzoek

De laatste jaren zijn veel bevoegdheden op het gebied van het sociaal domein door het Rijk overgedragen aan de gemeenten. Uit landelijke onderzoeken van de Autoriteit Persoonsgegevens en de Inspectie SZW bleek onlangs dat gemeenten nog worstelen met het vraagstuk rondom de privacy van de cliënten. Wat kan en mag wel, en wat niet? En hoe gaan de ambtenaren om met vertrouwelijke gegevens? Het onderzoek van de rekenkamercommissie Gooise Meren biedt inzicht in het gemeentelijke privacybeleid in Gooise Meren. In het bijzonder is gekeken naar hoe wordt omgegaan met persoonsgegevens.

Conclusies van het onderzoek

De commissie constateert dat de jonge gemeente Gooise Meren, die op 1 januari 2016 van start ging, de informatiebeveiliging en het beschermen van de privacy van inwoners meteen voortvarend ter hand heeft genomen. Zo is er een privacyprotocol. Medewerkers van de gemeente zijn bekend met de regels en zeggen daar naar te handelen. Kwaliteitsmedewerkers binnen het sociaal domein letten erop dat medewerkers niet meer informatie in een dossier opnemen dan strikt noodzakelijk is voor de dienstverlening. Ook heeft de gemeente ervoor gezorgd dat de persoonlijke gegevens van inwoners alleen toegankelijk zijn voor medewerkers die deze informatie nodig hebben om hun werk uit te voeren. Wel noemt de commissie een aantal verbeterpunten. Vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties hebben vragen én zorgen over het privacybeleid. De commissie beveelt de gemeente daarom aan om actiever in gesprek te gaan met cliënten en hen beter voor te lichten over wat er met de persoonsgegevens gedaan wordt: “Laat als gemeente duidelijk zien wat je doet en zorg voor transparantie.”

Onderzoek

Het onderzoek, de bestuurlijke reactie en de aanbiedingsbrief zijn hier te vinden. Het onderzoek is in opdracht van de rekenkamercommissie Gooise Meren uitgevoerd door PBLQ en het bureau Y. Bommeljé Advies en Onderzoek.

Denkkracht Utrecht publiceert adviesdocument over innovatie in rekenkameronderzoek

Op 30 september organiseerde Denkkracht Utrecht een ‘DenkkrachtCentrale’ over innovatie in rekenkameronderzoek. In deze bijeenkomst kwamen vragen aan de orde zoals:

  1. Hoe kan het draagvlak en de impact van de rapporten van rekenkamers worden vergroot?
  2. Hoe is te komen tot algemene kwaliteitsstandaarden voor rekenkameronderzoek?
  3. Wat zijn (andere) manieren om een rekenkamer in te richten met toename van onderzoekscapaciteit en behoud van lokale binding en autonomie?

De resultaten van deze bijeenkomst is een adviesdocument aan de NVRR, die het belangrijk vindt om het debat over publieke verantwoording op een innovatieve manier te intensiveren. Het filmisch verslag van de bijeenkomst kunt u hier bekijken:

Krimpenerwaard visualiseert voorzieningennetwerk sociaal domein

Sinds 2015 bestaat de gemeente Krimpenerwaard uit elf kernen. De gemeente heeft ervoor gekozen om het voorzieningenneetwerk in het sociaal domein zo goed mogelijk in beeld te krijgen om kwetsbare inwoners optimaal mogelijk te kunnen ondersteunen. Hiertoe bracht de gemeente het netwerk visueel in kaart.

Het maken van de netwerkvisualisatie van de samenwerkingen in het sociaal domein besteedde de Krimpenerwaard uit aan bureau DUiDT. Dit bureau begon met het stellen van vragen over het sociaal domein: wat is de definitie; welke organisaties zijn er actief en hoe werken ze samen? En: welke diensten zijn vrij toegankelijk voor de kwetsbare inwoners?

De gemeente gaat de tool inzetten als monitoringsinstrument om te kijken welk effect beleidsinterventies hebben op het netwerk.

NVRR publiceert actualisatie Informatiedocument 3Ds en Inspiratiedocument 3Ds

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor tal van nieuwe taken in het sociale domein. Dit was in oktober 2014 aanleiding voor de Commissie Digitaal Kennisdelen van de NVRR om een ‘Informatiedocument 3D’s’ te publiceren.

Inmiddels zijn we twee jaar verder en is het tijd voor een nieuwe versie. In dit document is specifiek aandacht voor (1) schaal van werken en samenwerkingspartners en (2) organisatie van de toegang en doorverwijzing naar specialistische voorzieningen. Bovendien komen aansturing en verantwoording uitgebreider aan de orde dan in de eerdere versie.

Behalve een informatiedocument heeft de NVRR ook een Inspiratiedocument gepubliceerd, dat een overzicht biedt van best practices van een vijftiental rekenkameronderzoeken (gepubliceerd in 2016-2017). In dit document is vanuit twee invalshoeken bezien wat interessant kan zijn: inhoudelijke focus en in het onderzoek uitgewerkte aandachtspunten en onderzoeksmethodiek (gekozen aanpak en ingezette onderzoeksinstrumenten).

Eindverslag vernieuwingsbeweging in het sociaal domein

De afgelopen anderhalf jaar hebben Nivel, Movisie en het Verwey-Jonker Instituut gwerkt aan het innovatieprogramma Kwaliteit van de Samenleving.

Binnen het programma hebben gemeenten, organisaties en inwoners in Zuid-Holland met elkaar gewerkt aan een vernieuwingsbeweging in het sociaal domein. Van werken vóór mensen naar werken mét mensen. In 43 proeftuinen is geëxperimenteerd met nieuwe oplossingen voor uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken op het gebied van participatie, preventie, jeugd, langer thuis en integraal samenwerken. JSO heeft hierbij de rol vervuld van verbinder, inspirator, aanjager en coördinator.

Nivel onderzocht de bestuurlijke evaluatie en bestuurlijke betrokkenheid. Movisie heeft de procesevaluatie naar de uitvoering van de proeftuinen op zich genomen. Het Verwey-Jonker Instituut heeft de effecten van de proeftuinen op de eindgebruiker, de inwoners, in kaart gebracht. Deze evaluatie heeft geresulteerd in een gezamenlijk eindrapport en drie deelrapporten. Daarnaast is er een eindverslag van elk van de 43 proeftuinen.

Autoriteit Persoonsgegevens maant gemeenten om zorgvuldig met persoonsgegevens om te gaan

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft in een brief aan VNG duidelijk gemaakt welke persoonsgegevens gemeenten wel en niet actief mogen publiceren. De AP stelt dat zij regelmatig signalen van burgers ontvangt over de publicatie van hun persoonsgegevens door gemeenten die deze gegevens openbaar maken via besluitenlijsten, raadstukken, aanvragen en bezwaarschriften. Burgers vinden dat hun gegevens onterecht in de openbaarheid worden gebracht.

Als gemeenten persoonsgegevens van burgers publiceren op internet of in een dagblad, is dat een vorm van het verwerken van persoonsgegevens. In de praktijk beroepen gemeenten zich bij deze verwerking vaak op verplichtingen in de Gemeentewet en de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Noodzakelijkheidsvereiste
In zowel de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) als de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) die in mei 2018 van toepassing wordt, staat dat een dergelijke verwerking van persoonsgegevens mag indien dit noodzakelijk is voor de nakoming van een wettelijke verplichting of een goede invulling van een publiekrechtelijke taak. De verantwoordelijke organisatie – de gemeente in dit geval– moet hierbij wel nagaan of het doel ook via minder ingrijpende middelen kan worden bereikt en of de verwerking noodzakelijk is. Gemeenten moeten dus van geval tot geval een belangenafweging maken of publicatie van persoonsgegevens écht noodzakelijk is. In de regel zal de vermelding van de persoonsgegevens in de openbare stukken niet noodzakelijk zijn voor een goede vervulling door gemeenten van hun actieve publicatieverplichting op grond van de Gemeentewet of de Wob.

De eerder door de AP gepubliceerde “Richtsnoeren Publicatie van persoonsgegevens op internet“ – waarin concrete voorbeelden zijn opgenomen – kunnen gemeenten, provincies en waterschappen helpen bij een goede belangenafweging.

Gemeenten over het algemeen beter af met investeren in beschut werk

Volgens de maatschappelijke kosten-batenanalyse die Cedris en SBCM lieten uitvoeren naar beschut werken levert een beschutte werkplek de samenleving in de meeste gevallen meer op dan hij kost. Het is gemiddeld genomen goedkoper dan arbeidsmatige dagbesteding.

Volgens de analyse zorgt investeren in beschut werk behalve voor besparing op een uitkering bespaart, ook voor een daling van de zorgkosten, vermindering van de kans op problematische schulden verhoging van het welzijn en de eigenwaarde van mensen. De kosten en baten zijn overigens wel afhankelijk van persoonlijke situaties. Voor mensen die voorheen een uitkering genoten en een loonwaarde hebben van minstens 30% is het saldo van kosten en baten in alle gevallen positief. Voor mensen zonder uitkering of een lagere loonwaarde liggen de directe kosten vaak hoger dan de opbrengsten.

Kosten voor gemeenten; opbrengsten vaak voor andere partijen
Voor gemeenten leidt beschut werk, naast een eventuele besparing op een uitkering tot minder inzet van schuldhulpverlening en een afnemend beroep op WMO-voorzieningen. De baten hiervan zijn vaak onvoldoende om de kosten te dekken. De opbrengsten zijn groter voor partijen zoals zorgverzekeraars, woningbouwverenigingen en andere private schuldeisers. De terughoudendheid van gemeenten om deze plekken te realiseren is hieruit te verklaren. Het is daarom belangrijk om de kosten-batenafweging in een breder perspectief te plaatsen. Op de langere termijn leidt de investering in beschut werk in totaliteit tot een besparing op publieke middelen.

Deze besparing is vooral te behalen bij jongeren, voor wie aanbieden van beschut werk de kans verkleint op langdurige uitkeringsafhankelijkheid.

Afgezet tegen arbeidsmatige dagbesteding heeft beschut werk positiever effecten op de gezondheid en de kwaliteit van leven, met name door de invloed van werknemerschap. Het hebben van een baan en een eigen salaris werkt positief door op het welbevinden. Hoewel een kostenvergelijk lastig is doordat de kosten van arbeidsmatige dagbesteding onvoldoende eenduidig zijn, is beschut werk voor gemeenten gemiddeld genomen goedkoper. Dit komt doordat beschut werkers met hun productie (een deel van) hun begeleiding terugverdienen. Cedris hoopt dat gemeenten door de inzichten uit dit rapport in gesprek gaan over meerwaarde van beschut werk voor individuen en samenleving.

Download hier het rapport ‘Maatschappelijke kosten-batenanalyse beschut werk: objectieve informatie over de meerwaarde van beschut werk’

Tweede Spotdag van rekenkamers

Lokale rekenkamer(commissie)s,  allen  lid van de NVRR,  en de Algemene Rekenkamer gaan samen verkennen wat burgers willen weten over publieke uitgaven van hun gemeente en de resultaten die daarmee bereikt worden. De benodigde informatie wordt  in de maand november verzameld door lokale rekenkamer(commissie)s in 13 verschillende gemeenten.

De 13 gemeenten die meedoen met deze tweede Spotdag zijn:

Alblasserdam, Dordrecht, Krimpenerwaard, Wijdemeren, Heemstede, Lingewaard, Venray

Hendrik-Ido-Ambacht, De Bilt, Renkum, Voorst Brummen, Weesp, Haarlem

Er zijn nog drie gemeenten die deelname overwegen.                                                                                              

De onderzoeksresultaten worden gebundeld in een gemeenschappelijk rapport, dat  gepubliceerd zal worden voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018.

De coördinatie van deze gezamenlijke activiteit ligt bij de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR). De Algemene Rekenkamer is ook lid van de NVRR en ondersteunt bij de opzet en uitvoering.