Rondje en inloopochtend
Er zijn verschillende manieren om onderwerpen te verzamelen. Een rondje langs de fracties is een populaire: praten met vertegenwoordigers van alle fracties over de vraag welke feitelijke onderbouwing en inzichten ze missen in hun dagelijks werk. Ook goed voor het persoonlijk contact. Een bezoekje aan de auditcommissie kan een mooie aanvulling zijn.
Een variant op het rondje is de inloopochtend, zoals de rekenkamercommissie van Alphen aan den Rijn die organiseerde (zie Handreiking good practices Rekenkamerwerk, pag. 22). Raadsleden, bestuurders en belangengroepen schuiven aan om samen mogelijke onderzoeksvragen te bespreken. Voordeel: discussie en vervolgens (hopelijk) ter plekke al consensus.
Programmaraad
Er zijn ook andere manieren, zoals een programmaraad. Die van de Groene Hart Rekenkamer telt uit elk van de vier deelnemende gemeente twee raadsleden. De raden wijzen die zelf aan. De programmaraad komt vier keer per jaar bij elkaar. Er komen goede suggesties uit, vindt rekenkamerlid Jeroen van Oort. Al moeten ze nog wel op maat worden gemaakt. “Sommige onderwerpen zijn te smal, andere te breed.”
De dreigende sluiting van een lokaal zwembad viel af, vertelt Van Oort. “Omdat het maar in één gemeente speelde.” Veiligheidsbeleid was een wens, maar leek nogal breed. “We hebben dat nu aangescherpt tot de rol van de burgemeester in het regionaal overleg. Ook ‘woonbeleid’ wordt vaak genoemd. We bekijken nu eerst wat andere rekenkamers hebben onderzocht en welke invalshoek voor ons zou kunnen werken.”
Van Oort is als Utrechts Statenlid zelf ook lid van een programmaraad; die van de Randstedelijke Rekenkamer. Daar hoort hij dezelfde discussies, al is de schaal anders. “Ook daar moeten onderwerpen tot de juiste proporties worden teruggebracht. Van een lange lijst suggesties houd je zo een paar goede onderwerpen over.”
Netwerken
De Zuidelijke Rekenkamer van de provincies Brabant en Limburg werkt ook met een programmaraad. Daarin zitten zes Statenleden die drie keer per jaar bij elkaar komen. Een goede gelegenheid om over de keuze van onderwerpen te praten, aldus directeur Ard Schilder. “Natuurlijk houden we rekening met de behoeften en actualiteit in de Provinciale Staten. En met maatschappelijke relevantie: wat leeft er in onze provincies?”
De programmaraadleden krijgen huiswerk; zij checken de onderzoeksonderwerpen bij alle fracties en hun achterban. Uiteindelijk kiest het bestuur van de rekenkamer drie onderwerpen per provincie per jaar. “We willen ruimte houden voor actualiteit. Zo zijn we dit jaar na veel publiciteit en een verzoek van Provinciale Staten een onderzoek begonnen naar de inzet van oud-politici door de provincie Limburg.”
Schilder gebruikt meer bronnen om tot onderwerpen te komen. Netwerken hoort bij zijn rol als directeur, vindt hij. “Ik ben bij werkbezoeken, bijeenkomsten en gesprekken met allerlei instellingen.” Omgekeerd weten burgers en belangengroepen de rekenkamer te vinden met suggesties voor onderzoeken. “Vooral als we in het nieuws zijn met een onderzoek.”
Burgerpanel
Een andere manier om onderwerpen op te halen, is een burgerpanel. De Rekenkamer Metropool Amsterdam maakt er gebruik van, vertelt directeur Jan de Ridder. “Het is een belangrijke bron, naast ambtelijke stukken zoals notulen, collegestukken, de raadsagenda en de media.” Het panel bestaat uit ongeveer 1000 Amsterdammers. “Geen representatieve doorsnee, maar prima geschikt als voedingsbron en klankbord.”
Een keer per jaar, rond de zomer, vraagt De Ridder de panelleden welke kwesties zij uitgezocht willen hebben. Dat gaat via een digitaal platform. De onderwerpen worden gegroepeerd naar thema’s en dat leidt tot een top vijf. De Ridder: “Het is een verrassend goede barometer voor wat gáát spelen. Zo pakten wij het onderwerp ‘drukte in de stad’ op voordat de overlast van het toerisme op de politieke agenda kwam. Goede timing.”
De rekenkamer herformuleert de thema’s tot onderwerpen met onderzoeksvragen. “Het is aan ons om te zorgen dat de invalshoek zo wordt gekozen dat de raad er uiteindelijk iets mee kan. Dit ook om teleurstelling bij burgers te voorkomen.” Vervolgens mag het panel één van de onderwerpen aanwijzen als publieksonderzoek, dat sowieso wordt uitgevoerd.
Terugkoppelen is zeker bij een burgerpanel erg belangrijk. “Elk jaar organiseren we een evenement waar we de resultaten van het publieksonderzoek presenteren. Zo houden we goed contact met de groep.” Het betrekken van actieve burgers vindt De Ridder een waarde op zich. “Maar het helpt ook om de politiek aangehaakt te houden. Die vindt ons burgerpanel erg interessant.”
Dit is een eerste artikel in een serie over het rekenkamerwerk. Volgende editie: wat maakt onderzoek goed? Hoe kunnen onderzoekers en rekenkamers daar samen aan bijdragen?
Meer weten
Wil je meer weten over programmering? Lees dan de tips en voorbeelden uit het Rekenkamerkompas (pag. 11). Vragen over de genoemde voorbeelden? Stuur een mail en wij brengen je met de juiste mensen in contact.
Gratis coaching
Worstelt jouw rekenkamer met het verzamelen van goede onderwerpen? Of met een andere kwestie? Maak dan nu gebruik van de NVRR-coaching. De NVRR biedt je een gratis coachingsgesprek aan van een uur met een van de makers van het Rekenkamerkompas (wil je langer aan de slag, kan dit natuurlijk op eigen kosten). Je bepaalt zelf het onderwerp. Vul het formulier in en wij nemen contact op.