Armoedebeleid
Het onderzoek maakt duidelijk dat de gemeente Almelo de nodige aandacht voor de armoedeproblematiek
heeft met aandacht voor preventie. De verwevenheid van de armoedeaanpak met
andere beleidsterreinen en de versnippering over diverse programma’s, beleids- en
actieplannen maakt de overkoepelende navolg- en toetsbaarheid van de armoedeaanpak
beperkt. Dit wordt versterkt doordat slechts enkele indicatoren zijn opgesteld om resultaten te
meten.
De gemeente richtte een laagdrempelige toegang in, werkt met veel partners samen en biedt
een diversiteit aan minimaregelingen aan. De breedte aan mogelijkheden kent een keerzijde, het
wordt als onoverzichtelijk ervaren.
De gemeente speelde in de afgelopen jaren in op de nieuwe omstandigheden, bijvoorbeeld door
het uitkeren van de Energietoeslag. Aan de andere kant bleven de inkomensnormen om in
aanmerking te komen voor een minimaregeling gelijk. Dit terwijl uitgaven van inwoners stegen
en het besteedbare inkomen daalde. T.o.v. andere gemeenten hanteert Almelo hier een
beperkter beleid. Almelo hanteert een taakstellend budget voor de armoedeaanpak en heeft in
het verleden inhoudelijke keuzes hier ook op afgestemd.
Centrale onderzoeksvraag
“Is het armoedebeleid van de gemeente Almelo aangepast op de nieuwe omstandigheden
(doelgroepen) en navolg- en toetsbaar, met voldoende aandacht voor preventie? En welke
waarborgen zijn er voor een effectieve uitvoering?”
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamer Almelo |
Provincie(s) | Overijssel |
Ingestuurd door | Secretaris rekenkamer Almelo |
Onderzoek door | Rekenkamer i.s.m. extern onderzoeksbureau(s) |
Onderzoeksbureau | KWIZ |