Rapportage: Inhuur van externen
De centrale conclusie is dat de omvang van de inhuur lager is dan de gehanteerde streefnorm, het aantal FTE is wel hoger dan de landelijke benchmark maar heeft financieel beperkte impact vanwege het inverdieneffect van de lage(re) kosten voor externe inhuur. Dit is positief. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de balans vast en flexibel personeel nader aandacht behoeft, waak ervoor dat de noodzakelijke flexibele schil onder druk komt de staan door de vaste formatie uit te breiden. De rekenkamercommissie is voorts van mening dat de gemeente meer aandacht moet hebben voor het uitwerken en effectueren van beleid. De besturingsfilosofie is leidend maar is onvoldoende uitgewerkt in een beleidsdocument waardoor niet altijd duidelijk is hoe de uitgangspunten geïnterpreteerd worden. Dit geldt feitelijk ook voor het (op zich professionele) HR beleid. Capaciteitsmanagement is onvoldoende gestructureerd en instrumenten, zoals afdelingsplannen, om op een normatieve wijze structureel capaciteitsmanagement een plek te geven zijn onvoldoende uitgewerkt en ingebed in de organisatie.
Centrale onderzoeksvraag
De centrale vraagstelling betreft de beleidskaders en uitvoeringsregels van de inhuur van externen in de gemeente Kerkrade, de aard en de omvang van deze inhuur en de aspecten op rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid ervan. In hoofdstuk 4 zijn de onderzoeksvragen en het normenkader uitgewerkt.
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamercommissie Kerkrade |
Provincie(s) | Limburg |
Ingestuurd door | Bertie Vermeersch-Dortants |
Onderzoek door | Meerdere rekenkamers met elkaar |