16
Tijdstip
Locatie
Organisator
NVRR-congres 2022 ‘De reputatie van de rekenkamer’ GEANNULEERD
Er is veel gebeurd in ons werkveld in het afgelopen jaar, sinds het laatste NVRR-congres. Het wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers is door de Tweede Kamer aangenomen, de projectgroep lokale rekenkamers is van start gegaan en de rekenkamers en publiceren hun onderzoeken verder gewoon door ten dienste van het decentrale bestuur. De hoogste tijd om elkaar weer in NVRR-verband te ontmoeten, kennis te delen en elkaar bij te praten over al die ontwikkelingen. Keynote speaker is Marjolein van Asselt, directeur Rekenkamer Rotterdam, over de reputatie van de rekenkamer. Daarna behandelen we in workshops verschillende actuele onderwerpen, zoals de democratische legitimiteit van complexe processen, het sturen met prestatie-indicatoren, de samenwerking van rekenkamers op onderzoek, het rekenkamerwerk bij waterschappen en het samenspel tussen college en de raad.
Update 31 augustus: dit congres is geannuleerd. Het aanmeldformulier is niet meer beschikbaar.
Het bestuur heeft op woensdag 31 augustus besloten om het congres, dat gepland staat op 16 september, te verplaatsen naar het voorjaar van 2023.
Hiervoor zijn twee redenen:
- Vlak ervoor, namelijk op 13 september staat het Wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers geagendeerd voor de commissie BiZa/AZ van de Eerste Kamer. We hadden al een uitgebreid inhoudelijk programma voor het congres en willen voldoende ruimte en gelegenheid bieden om met elkaar van gedachten te wisselen over de ontwikkelingen en gevolgen m.b.t. het Wetsvoorstel. Dat past nu niet meer bij elkaar.
- Ondanks extra inspanningen om meer deelnemers voor het congres te krijgen, bleef het aantal deelnemers ver achter de verwachting.
Het bestuur beraadt zich op hoe we aan (delen van) het congres een ander vervolg kunnen geven en zullen z.s.m. een nieuwe datum bekend maken.
Programma
Opening
De reputatie van de rekenkamer
Keynote speaker, Marjolein van Asselt, directeur Rekenkamer Rotterdam
Iedere rekenkamer-onderzoeker vraagt zich bij zo’n titel meteen af: Wat is reputatie? Hoe definieer ik dat? Welke informatie moet ik dan verzamelen? Hoe kan ik dat beoordelen? In de wetenschap dat het moet kloppen en dat je niet zo maar iets kunt zeggen. Het moet onderbouwd zijn. Het moet staan als een huis.
Hoe staat iemand, een organisatie of een instituut bekend? Dat is de basale vraag als het gaat om reputatie. Maar hoe kun je daar in een gezelschap van gedegen onderzoeker iets zinnigs over zeggen als je pas net komt kijken in rekenkamerland en geen enkele ervaring hebt als gemeenteraadslid? En als je zuinig bent op je eigen reputatie? Hoe pak je dat dan aan?
Rekenkamers doen onderzoek in het publieke belang. Daar heb ik niet alleen afgelopen jaar in Rotterdam, maar ook bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), bij het RIVM en ook als maatschappelijk geëngageerde academica de nodige ervaring mee. Vanuit dat perspectief zal ik reflecteren op de reputatie van de rekenkamer en vooral op reputatie als perspectief. Hoe willen we dat de rekenkamer bekend staat? En hoe kunnen we dat beïnvloeden?
Samenspel College en raad
Steven Dijk, voorzitter rekenkamer Doetinchem en Arend Kloosterman, lid rekenkamer Doetinchem
Steven Dijk en Arend Kloosterman hebben namens de rekenkamercommissie Doetinchem in het afgelopen jaar een onderzoek verricht naar het samenspel tussen gemeenteraad, college van b & w en het ambtelijk apparaat van de gemeente.
De rapporten
• “Om controle door de raad”, stichting Decentraal Bestuur, Klaartje Peters en Peter Castenmiller, maart 2019
• “Goede ondersteuning, sterke democratie”, Advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur, november 2020
lagen ten grondslag aan het onderzoek.
Arend Kloosterman: “Na het lezen van deze rapporten en nog behoorlijk wat aanvullende teksten, besloten we de Quick Scan Lokaal Bestuur van 2013 in een iets aangepaste vorm te gebruiken om de drie groepen te bevragen. De respons was met 84% dusdanig dat we ook betrouwbare uitspraken konden doen over hoe het samenspel werd beleefd.”
Steven Dijk vult aan: “Daarna zijn we de drie groepen gaan interviewen om de resultaten van de enquête op de juiste manier te kunnen interpreteren.”
Tijdens de workshop delen zij de conclusies van hun eigen onderzoek en gaan zij ook in op onderzoeken over dit onderwerp in andere gemeenten en is er vanzelfsprekend veel gelegenheid voor de deelnemers om zelf ook inbreng te hebben.
Democratische legitimiteit complexe processen, Scorekaart
Edwin de Jong, onderzoeker Noordelijke Rekenkamer
Anneke Beukers collegevoorzitter Noordelijke Rekenkamer
In haar recente rapporten ‘Regionale democratie vergt energie’ heeft de Noordelijke Rekenkamer de democratische legitimiteit van de Regionale Energie Strategieën (RES’en) onderzocht. Wij presenteren een uitwerking van het begrip democratische legitimiteit die verder reikt dan de representatieve democratie. Dat leidt tot een meervoudig en actueel begrip ‘democratische legitimiteit’. Wij maken dit concreet in de vorm van een Scorekaart Democratie. De ingevulde scorekaart geeft aan de hand van een groot aantal indicatoren een rijk beeld van de legitimiteit van het RES-proces.
De Noordelijke Rekenkamer vond het zinvol aandacht te besteden aan de democratische kwaliteit van beleid dat tot stand komt in samenwerking van overheden en samenleving. Uitgangspunt bij de invoering van de RES was dat lokale en provinciale overheden als regio zouden optrekken om te komen tot een passend aanbod voor de opwekking van duurzame energie. Voorwaarde is dan dat die samenwerking tussen overheden onderling en met de maatschappelijke partners en burgers goed wordt vormgegeven én goed werkt. Dat vraagt veel van overheden, stakeholders en burgers. Dat is precies wat de Scorekaart Democratie meetbaar maakt.
Rekenkamerwerk in waterschappen
Joost van de Beek, voorzitter Waterkring
De wet versterking decentrale rekenkamers stelt het instellen van een onafhankelijke rekenkamer verplicht. Voor het waterschap betekent dit dat een lid van de rekenkamer geen lid mag zijn van het dagelijks of algemeen bestuur van het betreffende waterschap. Naar het oordeel van de Tweede Kamer wordt hiermee een impuls gegeven aan een meer onafhankelijke controle op de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de uitgaven.
Met de wet worden onderzoeksbevoegdheden van de rekenkamer op verschillende manieren uitgebreid:
• De rekenkamer krijgt ruimere onderzoeksbevoegdheden ten aanzien van privaatrechtelijke rechtspersonen waarmee het waterschap contracten sluit. Hiermee krijgen rekenkamers het recht om bij een betreffende organisatie controles uit te voeren naar geleverde goederen of diensten.
• De rekenkamer krijgt ruimere onderzoeksbevoegdheden ten aanzien van privaatrechtelijke rechtspersonen waar het waterschap een subsidie, garantie of lening aan heeft verstrekt. Hiermee is een rekenkamer bevoegd om elke subsidie, garantie of lening van het waterschap te onderzoeken.
• De rekenkamer krijgt ruimere onderzoeksbevoegdheden naar overheidsdeelnemingen in privaatrechtelijke rechtspersonen. Dit betekent dat een rekenkamer onderzoek kan doen als deelnemende overheden gezamenlijk een meerderheidsbelang (meer dan 50%) in een rechtspersoon hebben.
Daarnaast verduidelijkt de wet de regels over openbaarheid van rapportage en vertrouwelijkheid van gegevens. De rekenkamer is als bestuursorgaan gehouden aan de Wet open overheid (Woo).
Op dit moment is het zo dat in 15 van de 21 waterschappen rekenkameronderzoek plaatsvindt (veelal middels een Rekenkamercommissie). In 3 andere waterschappen is een commissie actief met een beperktere taak dan een rekenkamer. In 3 waterschappen vindt geen rekenkameronderzoek plaats. De nieuwe wet betekent dat bij meeste Waterschappen een Rekenkamer moet worden gevormd cq de Rekenkamercommissie moet worden omgevormd. In deze workshop wisselen we als Waterkring graag ervaring uit tussen Waterschappen maar ook met gemeenten en provincies wat dit betekent, hoe deze transitie vorm te geven en hoe we elkaar (via de NVRR) daarbij van dienst kunnen zijn.
Ex post maatschappelijke kosten-baten analyse
Barbara Joziasse, collegelid Algemene Rekenkamer
(fotografe Henriëtte Guest)
Ernst Bos, onderzoeker Algemene Rekenkamer
De maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) is een evaluatie-instrument dat van beleidsmaatregelen – zoals investeringen in infrastructuur – de voor- en nadelen weergeeft in termen van maatschappelijke welvaart, en deze zoveel mogelijk uitdrukt in euro’s. Dit ondersteunt de besluitvorming over een maat¬regel, zodat keuzes zo veel mogelijk op objectieve gronden kunnen worden gemaakt.
Een MKBA wordt hoofdzakelijk voorafgaand (ex-ante) aan besluitvorming uitgevoerd. Een MKBA na realisatie (ex-post) uitvoeren is niet gebruikelijk. Een ex-post MKBA kan echter toekomstige besluitvorming verbeteren omdat geleerd kan worden van mogelijke verschillen tussen ex-post en ex-ante schattingen. Tevens biedt een ex-post MKBA de mogelijkheid om verantwoording achteraf te verbeteren doordat het inzicht geeft in gerealiseerde kosten en baten. Dit laatste is met name interessant voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies. De Algemene Rekenkamer heeft de ex-post-MKBA-methodiek ontwikkeld en toegepast op een casus waarvoor destijds ook een ex-ante-MKBA is uitgevoerd. Tijdens de workshop gaan we in op de onderwerpen:
1. Wat is een MKBA en wat is een ex-post MKBA?
2. Voor welk type projecten worden MKBA’s vooral toegepast?
3. Wat is het belang van (ex-post) MKBA voor besluitvorming en verantwoording?
4. Welke lessen voor de ex-post MKBA komen uit ons onderzoek naar voren, en wat betekenen deze voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies?
5. Vragen en discussie
Lunchpauze
Sturen met prestatie indicatoren
Fons Lohuis, voorzitter rekenkamercommissie Hof van Twente
“We krijgen erg veel informatie van het college, maar weten niet hoe hiermee te sturen”. Kort samengevat was dat de verzuchting, die de rekenkamercommissie Dinkelland-Losser-Oldenzaal, ingesteld in 2019, in haar kennismakingsronde langs de drie gemeenteraden enkele keren hoorde. We willen graag meer inzicht in de sturingsmogelijkheden van de raad zowel kaderstellend als controlerend. Waarschijnlijk een herkenbaar beeld.
In onze offerte-uitvraag hebben wij aangegeven in kaart te willen brengen hoe de gemeenten beleidsindicatoren gebruiken en er in de planning & control cyclus op sturen. In het bijzonder ging het ons om de voorjaars- of kadernota/ begroting en jaarrekening. We hebben tegelijk aangegeven niet alleen geïnteresseerd te zijn in cijfers, getallen of kwalitatieve omschrijvingen maar ook in de cultuur bij het gebruik. Levert de huidige werkwijze een effectieve bijdrage aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden en zijn de gebruikte indicatoren de juiste?
In de deelsessie wil ik met u graag verder ingaan op het doorlopen onderzoeksproces als ook op de inhoud van het onderzoek en de uitkomsten.
Van Wob naar Woo voor rekenkamers
Juliette van der Jagt-Jobsen, juridisch medewerker VNG
Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) grotendeels in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en heeft als doel een transparante overheid te bevorderen. De wet kent belangrijke nieuwe verplichtingen over de actieve openbaarmaking van overheidsinformatie, de openbaarmaking op verzoek, en het op orde brengen van de digitale informatiehuishouding. Tijdens de deelsessie zal worden ingegaan op de belangrijkste veranderingen van de Woo ten opzichte van de Wob. Daarbij ligt de focus in het bijzonder op de betekenis van de Woo voor gemeentelijke rekenkamers, rekenkamercommissies en gemeenschappelijke rekenkamers.
Incidentele regionale samenwerking lokale rekenkamers in Drenthe en Limburg
Jan Lunsing, voorzitter Rekenkamercommissie Midden Drenthe en lid Rekenkamercommissie Het Hogeland
Etienne Lemmens, voorzitter Rekenkamercommissies Brunssum en Landgraaf, lid rekenkamercommissies Geldrop-Mierlo en Son en Breugel
In deze workshop gaan Jan R. Lunsing en Etienne Lemmens in op de voor- en nadelen van regionale samenwerking door lokale rekenkamers. In Drenthe hebben doen 7 rekenkamers gezamenlijk een onderzoek gedaan naar lobbykracht van Drentse gemeenten. In Limburg hebben 11 rekenkamers onderzoek gedaan naar de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschap (BsGW). Ook wordt de ervaring meegenomen van een samenwerking tussen twee Groninger rekenkamers voorafgaand aan een gemeentelijke fusie.
In de workshop nemen Jan en Etienne de deelnemers mee in het proces van totstandkoming van de samenwerking op onderzoek. Naast de resultaten van de onderzoeken komen verder aan bod de drempels en de do’s and don’ts bij zulke samenwerkingsverbanden. De bedoeling is in de workshop gezamenlijk te komen tot een lijst met voor- en nadelen en een lijst met aanbevelingen voor rekenkamers die van plan zijn om op incidenteel op onderzoek samen te werken.
Ondermijning en gemeentelijke weerbaarheid
Elias de Haan, lid Rekenkamercommissie Borger-Odoorn
Marieke Ekelenkamp, voormalig lid Rekenkamercommissie Borger-Odoorn
Elias de Haan en Marieke Ekelenkamp nemen u tijdens deze deelsessie mee in het onderzoek, in opdracht van de rekenkamercommissie, naar bewustwording van criminele ondermijning in Borger-Odoorn. Het doel van het onderzoek was in kaart te brengen in hoeverre de gemeente Borger-Odoorn, raad, college en ambtelijke organisatie, zich bewust is van ondermijnende criminaliteit en op dat vlak weerbaar is. Is het beleid en de uitvoering in voldoende mate toegerust op de aanpak van ondermijnende criminaliteit? Benut de gemeente de mogelijkheden om ondermijning tegen te gaan? Het accent in het onderzoek lag op de weerbaarheid van de organisatie tegen ongewenste beïnvloedingspogingen door criminelen en het tegengaan van onbewuste facilitering van georganiseerde criminaliteit. Ondermijning door georganiseerde criminaliteit is een probleem dat ook gemeenten in meerdere opzichten kan raken.
Georganiseerde criminaliteit kan alleen bestaan als het gefaciliteerd wordt door de ‘bovenwereld’. Ondermijning kan zich op verschillende manieren manifesteren binnen een gemeentelijke organisatie. Zo kan er sprake zijn van beïnvloeding van bestuurders en ambtenaren door middel van bedreiging, intimidatie, omkoping of infiltratie. Aan de andere kant kan de gemeente onbewust georganiseerde criminaliteit faciliteren, bijvoorbeeld door het verlenen van vergunningen, subsidies of opdrachten. Om ondermijnende criminaliteit het hoofd te kunnen bieden moet een gemeente voldoende weerbaar zijn: Een gemeente moet zich niet alleen – in alle geledingen – bewust zijn van de (mogelijke) aanwezigheid van ondermijnende criminaliteit, maar ook in staat zijn deze te herkennen, signalen te kanaliseren en daarop te handelen. Dit ook in samenspel met de diverse partners. Daarbij is het essentieel dat medewerkers zich ook voldoende veilig moeten kunnen voelen in de uitvoering van hun taken, het melden van signalen en voldoende bescherming genieten tegen pogingen tot beïnvloeding. Ook dient een gemeente beleid te hebben dat erop is gericht ondermijning binnen de gemeentegrenzen effectief te bestrijden en moet daar uitvoering aan gegeven worden. Over die twee aspecten: de gemeentelijke weerbaarheid (verdediging) en de gemeentelijke aanpak van ondermijning in de buitenwereld (aanval) ging dit onderzoek, uitgevoerd door Pro Facto, in het bijzonder.
We nemen u ook mee in de weerstand die er aanvankelijk bij de gemeenteraad naar dit onderzoek heerste, onze reactie daarop en de uiteindelijke resultaten (doorwerking) van de aanbevelingen. Na deze deelsessie heeft u antwoord gekregen op de volgende vragen:
- Agendering van het onderwerp: hoe reageerden de fracties, bestuur en organisatie op de onderwerpkeuze?
- Bevindingen van het onderzoek: wat waren de belangrijkste conclusies?
- Wat waren de verbeterpunten?
- Heeft het onderwerp geleid tot doorwerking?
Afsluiting
Ans Hoenderdos, voorzitter NVRR